San Francisco – Seattle

Op 10/7/2012 stapten we na twee weken rust terug op onze fiets om onze tocht richting het noorden verder te zetten.

Met pijn in het hart namen we afscheid van de fantastische stad San Francisco. We reden over de Golden Gate Bridge die, hoewel bijna volledig verscholen in de mist, toch immens mooi is. De mist maakte het zelfs allemaal nog een beetje dramatischer.

De eerste dag verliep het fietsen echt niet vlot, de benen waren niet meer gewend om te werken en voelden aan als lood… We reden iets meer dan vijftig kilometer naar de dichtstbijzijnde camping na de stad en zetten daar al ons tentje op. De dag nadien moesten we al noodgedwongen een rustdagje inlassen omdat ik me helemaal niet goed voelde… Kwam het door de lange rustperiode of door het feit dat ik mijn pa’ke toch een beetje miste… Wie zal het zeggen 🙂

Gelukkig stonden we in het mooie Samuel P. Taylor park midden in een bos van zeer grote redwoods, waar het heerlijk uitrusten was.
Er waren ook een heleboel andere fietsers waar we een gezellige avond mee hadden. Overal op de campings in Californië staan bakken om eten in te bewaren omdat de raccoons (wasberen), vogels en eekhoorns hier echt agressief zijn als het op eten stelen aankomt.
We zaten op een bepaald moment nog wat na te praten met enkele fietsers toen er ineens een gil kwam uit de tent van een andere fietser die een uur daarvoor was gaan slapen. Bleek dat hij nog één zakje met eten in zijn tent had genomen… de raccoons hadden dit natuurlijk geroken en hadden gewoon een enorm gat gemaakt zijn tent! Het maakte voor hen niets uit of er iemand in de tent lag of niet, bang zijn die beestjes echt niet! Dus vanaf nu steken we echt élke kruimel in die etensbakken!

Na deze rustdag waren het hoofd en de beentjes terug volledig mee en konden er terug meer en meer kilometers worden afgelegd.
De Californische kust bleef echt prachtig, enkel het verkeer begon ons de keel een beetje uit te hangen. Aan de kust is er meestal maar één mogelijkheid tot fietsen en dat is ofwel op de highway 1 of op highway 101. Highway 1 viel over het algemeen nog mee van verkeer, maar er was geen berm en tijdens de drukke zomermaanden rijdt het vol campers en RV’s (die dikwijls gewoon tot huis omgevormde bussen zijn ). In Amerika heb je bovendien geen speciaal rijbewijs nodig om met deze monsters te mogen rondrijden. Nee, je kan ze gewoon huren en de dag erna kan je ermee op de baan. Gevolg: het merendeel van de chauffeurs weet niet hoe ze met zo’n gevaarte om moeten gaan en vormen een gevaar op de baan.  Zeker als er achter die bus nog een auto of boot aan vastgemaakt zit…
Op highway 101 was het verkeer nòg drukker maar daar had je (meestal) wel een berm.

We probeerden om het niet aan ons hart te laten komen en te genieten van de sfeer aan de kust. Gelukkig lukte dit zeer goed, zeker omdat er zo veel andere fietsers waren. We stonden op bijna geen enkele kampeerplek alleen en bijna elke avond hadden we leuke en gezellige gesprekken met andere fietsers over hun avonturen.

Het enige wat ook een beetje tegenzat was het weer. Het was dikwijls mistig en tegen de avond was het erg koud waardoor de fleece truien steeds bovengehaald moesten worden. Maar we klaagden natuurlijk niet zolang het niet regende!
Na een aantal dagen fietsen draaide de weg iets meer naar het binnenland en moesten we een klim van 18 km doen. Iedereen had ons verteld dat het weer na deze berg veel beter zou zijn omdat de mist van de kust tegengehouden werd. De temperaturen waren inderdaad hoger maar de volgende dag regende het heel de dag pijpestelen. We waren doorweekt!
Omdat we echt geen zin hadden om met zo’n weer in ons tentje te moeten slapen, besloten we om te horen hoeveel een motel kostte in het dorpje Garberville. Wel, dit viel serieus tegen… de goedkoopste kamer was 70 dollar en dat was echt te veel voor ons budget.
Ik zat verkleumd op Joris te wachten op de dorpel van een motelletje toen er een Australiër op ons afstapte. Hij was met de moto aan het rondreizen en had zo’n medelijden met ons dat hij ons 20 dollar gaf zodat we toch konden genieten van een warme douche en een heerlijk bed! Fantastisch!

De dag nadien was het weer gelukkig opgeklaard en kwamen we langs de Avenue of the Giants. Dit is een zeer mooi nationaal park vol immense redwood-bomen die zo groot waren dat we er met fiets en al in konden staan! Omdat het hier zo mooi en rustig was, besloten we om in het park te overnachten.

Nadien begon het drukke verkeer en de aanhoudende wind ons meer en meer parten te spelen. De omgeving was nog steeds prachtig, maar we konden er gewoon niet meer van genieten omdat we ons steeds op het verkeer moesten concentreren in de hoop dat we niet aangereden zouden worden. Nadat we in de staat Oregon aangekomen waren stak ook de wind meer en meer op waardoor het echt vechten werd op de fiets. We probeerden zo vroeg mogelijk te starten omdat de wind meestal in de namiddag opkwam, maar steeds moeten fietsen met een bang hartje en hopen om zo veel kilometers te doen voor twaalf uur was echt niet prettig meer.
Omdat we echt niet meer aan het genieten waren en we van anderen hoorden dat het verkeer zo erg zou blijven, besloten we om na Reedsport het binnenland in te trekken. Hier konden we kleinere wegen nemen en zou de wind ook wat minder zijn omdat deze afgeblokt werd door het kustgebergte.

En we zijn enorm blij dat we deze beslissing genomen hebben. Na het dorpje Reedsport kwamen we op een hele mooie weg terecht waar we in twee dagen misschien tien auto’s gezien hebben. Fantastisch! Ons gemoed ging direct terug omhoog en we wisten opeens weer waarom we in godsnaam op de fiets zaten. We hadden terug het gevoel dat we mooie dingen zagen die je per auto niet zo goed kunt ervaren en konden eindelijk terug van de omgeving genieten.
Omdat het zo mooi en rustig was, besloten we om er extra van te genieten en een kort dagje in te lassen. We zetten ons tentje op naast een riviertje waar we heerlijk konden zwemmen. Naast ons stonden drie Amerikanen met hun pick-up en camper die er enorm trots op waren dat ze rednecks waren ( ze benadrukten dit dan ook voortdurend)… Ze hadden de grootste auto, dronken met veel plezier het slechtste bier (bush light!) en hadden een hele boom omgehakt voor een klein kampvuurtje… Maar soit, ze waren heel vriendelijk, gaven ons ook een heerlijk pintje (niet echt dus) en maakten voor ons lekkere rivierkreeftjes (die ze wel net lekker illegaal hadden gevangen in de rivier) met lookboter klaar, smullen!

De dag nadien kwamen we aan in de stad Eugene. Een enorm gezellige stad waar men enorm trots is op het feit dat ze heel veel fietspaden hebben en waar de gemiddelde inwoner makkelijker de fiets dan de wagen neemt.
We logeerden bij het supertoffe gezin van Paul en Monica en bleven langer dan verwacht hangen. Paul maakte voor ons zijn bekende, heerlijke pizza klaar en Joris maakte de dag nadien zijn eigen succesgerecht met pasta en kip klaar. Het was echt heel leuk, vooral ook met de twee jongste kinderen Dare en Sanguine, en we hadden hier nog veel langer kunnen blijven als we gewild hadden.
Maar de fiets riep ons en na drie dagen vertrokken we richting Portland. De weg bleef nog steeds heel rustig en we konden vooral langs plattelandswegen fietsen. We fietsen door een dal met links van ons het kustgebergte en rechts de cascades (rocky mountains), waar we geregeld een vulkaan zagen.

Onderweg naar Portland kwamen we andere fietsers tegen, Ralph en Cynthia. Zij waren op een korte trip naar Eugene samen met een bevriend koppel. Het was hun laatste fietsdag voor ze terug naar hun huis in Portland zouden gaan en ze boden ons een slaapplek aan als we in de stad zouden aankomen.
Na drie dagen fietsen kwamen we in Portland en belden we Ralph. Hij was superenthousiast, pikte ons met zijn auto op en bracht ons naar zijn woning. We kregen een heerlijk warme douche én een bed. We waren in de wolken aangezien het heel lang geleden was dat we nog eens in een bed geslapen hadden.

Mijn fiets maakte al een aantal dagen vreemde geluiden aan het voorwiel. We hadden het al een aantal keer bekeken maar konden niets van mankement ontdekken. Tijdens de laatste kilometers naar Portland werd het echter veel erger en vooral tijdens het afdalen maakte de fiets heel vreemde geluiden. Ik was er niet gerust op en zag in gedachten al hoe er iets brak en ik over de kop zou gaan… We vertelden aan Ralph dat we graag naar een fietswinkel zouden gaan en hij bracht ons de volgende dag naar een winkel waar hij de fietsmechanieker kende. Hij zei dat mijn wielas stuk was en verving heel mijn voorwiel…

Portland is ook een zeer gezellige stad en staat ook bekend als fietsstad. Er zijn zeer veel fietspaden en trails langs de rivier. Heel gezellig. We bleven twee dagen in deze stad voor we verder gingen naar Seattle.

Portland buitenrijden was iets minder tof omdat we een tijd op een drukke baan terechtkwamen.
Na ongeveer 50 km moesten we de Colombia- river oversteken. Iedereen had ons al gewaarschuwd voor de bruggen die over deze rivier gaan: deze zouden heel hoog en heel druk zijn en zouden niet over een berm beschikken. Ik maakte me dus al grote zorgen… We hadden gehoord dat de Longview brug de beste optie was en kozen deze weg. En uiteindelijk viel de brug heel goed mee, ze was weliswaar hoog en er was veel verkeer maar er was ook een berm waar we op konden fietsen.

We wilden die avond overnachten in Seaquest state park, naast vulkaan St. Helens,  wat volgens onze kaart maar een tiental kilometer van de grote baan zou afliggen. Nadat we de afrit genomen hadden, stond er echter geen bewegwijzering meer en wisten we niet meer of we nog in de goede richting zaten. Joris stapte op een mevrouw in een auto af en zij bood aan om ons een lift te geven naar het park. En gelukkig maar, want we zaten dus niet op de juiste weg én het park bleek ook nog eens veel verder weg te liggen dan onze kaart had aangegeven. We hadden die dag al 115 km gefietst en waren dus enorm dankbaar met de lift! De dag erna besloten we om terug naar de grote weg te fietsen en het bleek 20 kilometer te zijn voor we terug bij ons aanknopingspunt met de route waren. Het dubbele dus van wat onze kaart had aangegeven!

Nadien moesten we nog drie dagen fietsen voor we in Seattle aankwamen. De laatste avond belde Joris aan een huisje aan om te vragen of we onze tent in het aanpalende weiland konden zetten. Het gezin was heel vriendelijk en we hadden een heel gezellige avond. De man maakte zelfs zijn eigen bier, dat geïnspireerd was op Belgsich bier, en het was dus echt heel lekker! Het was zelfs één van de lekkerste bieren die we hier in de USA al gedronken hadden!

De dag erna fietsten we naar Seattle en het was echt een plezier om deze stad binnen te rijden. We hadden schrik dat er zeer veel verkeer zou zijn, maar veertig kilometer voor de stad begon er een fietspad dat ons helemaal naar het centrum bracht. Geweldig! Dit is de eerste stad in Noord-Amerika waar we zo vlot en rustig konden binnenfietsen.
We verblijven nu bij een jong koppel, Martina en Jason, die zelf overtuigde fietsers zijn en een eigen fietstassenlijn proberen te ontwikkelen. Seattle is een gezellige stad waar we gerust weer wat tijd kunnen doorbrengen.
Binnen een aantal dagen vertrekken we terug en zullen we het laatste land van deze reis binnenfietsen: Canada.

This entry was posted in Allerlei. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *