Montenegro 08/2015

Op 14/8/2015 reden we vanuit Skoder, Albanië, Montenegro binnen.  Van zodra we richting de grens reden viel het verkeer bijna volledig stil, blijkbaar gaan de Albanezen niet zo graag naar Montenegro maar ze hebben groot ongelijk!

De paspoortcontrole verliep vlot en al gauw konden we aan onze trip naar het meer van Skadar beginnen. Dit meer lag natuurlijk aan de andere kant van de berg en het was weer verzengend warm. Maar de hellingen in Montenegro zijn niet zoals de hellingen in Albanië en verliepen heel geleidelijk aan. We konden zeer goed vaart maken ook al moesten we wel geregeld stoppen om eens te drinken. 🙂

De uitzichten die we kregen waren fantastisch! We zagen in de verte de zoutvlakten van Ulcinj liggen en de toppen van het kustgebergte.
Toen we na een tiental km klimmen op de top van de berg kwamen wachtte ons nog een grootser uitzicht: het meer van Skadar lag te blinken in de zon! Fantastisch zicht. Het meer is omgeven door hoge gebergtes en de natuur was hier grandioos.
Wat ons meteen ook opviel aan Montenegro was dat hier nauwelijks vuil langs de kant van de weg lag in tegenstelling tot Albanië. Dit maakte dat we nog meer konden genieten van de pracht van de natuur. We konden naast het meer blijven dalen tot aan het dorpje Ostros waar we gingen eten en kennismaakten met een groep van Oostenrijkse fietsers.

Na Ostros ging de weg geleidelijk op en neer. Het werd ons al snel duidelijk dat geen enkele meter in Montenegro vlak is.

We hielden die avond halt bij een camping aan het dorpje Murici. Dit betekende wel dat we twee kilometer steil naar beneden moesten fietsen om tot aan het meer te geraken. Die berg moesten we de volgende dag dus wel weer terug op…. pfff…
Maar die avond konden we genieten van een heerlijke plons in het (eigenlijk net iets te warme) water van het meer.

Vlak voordat we aan Murici naar beneden konden rijden, zagen we een grote bosbrand. De hele berg vlak naast de weg stond in vlam! Volgens omstaanders kwam dit door de aanhoudende droogte. De brandweer deed niets om de brand te blussen, we vroegen ons af of ze hiervoor de middelen misschien niet hadden… Ze blusten alleen als het vuur een dorpje dreigde te bereiken.
Vanop onze kampeerplek konden we het schouwspel een hele avond bekijken wat toch wel voor een spectaculair zicht zorgde.

Toen we de volgende dag terug aan de grote weg kwamen was het vuur gelukkig al naar de andere kant gepasseerd. Hoewel we onderweg toch nog enkele vuurhaarden tegenkwamen. Aan één ervan stond de brandweer te blussen en Joris kreeg een verkwikkende douche van de waterslang! 🙂

Ook onze tweede fietsdag was fantastisch! We bleven genieten van de uitzichten op het meer en de bergen en de hellingen bleven geleidelijk aan gaan.
Enige nadeel aan Montenegro is dat er heel weinig winkeltjes en cafeetjes te vinden zijn onderweg. We waren op dit vlak wat verwend in Albanië omdat daar echt om de kilometer een cafeetje was… We raakten onze tweede dag bijna in de problemen maar vonden net op tijd een klein cafeetje waar de eigenaar ons water van de bron gaf en ons ook verfriste met de tuinslang 🙂
Montenegrijnen zijn op het eerste zicht stugger dan in Albanië maar ze zijn gewoon terughoudender omdat ze de Engelse taal niet zo goed spreken. Ze kijken je eerst een beetje boos aan maar van zodra je goeiedag zegt of je hand opsteekt verandert hun ingesteldheid en beginnen ze ook te glimlachen en te praten, ook al versta je geen woord van wat ze zeggen. 🙂

We hielden die middag halt in het dorpje Virpazar om even tot rust te komen en te eten. Nadien moesten we eerst terug een berg over maar daarna ging het geleidelijk op en neer.
Langs de kant van de weg stonden zeer veel kraampjes van lokale wijnboeren die wijn, sterke drank en honing verkochten. (nergens water te verkrijgen…)

Ongeveer 3 km voor het dorpje Rijeka was een mooi uitzichtpunt waar we halt hielden en een praatje slaakten met een lokale wijnboer. We stapten terug op onze fiets en honderd meter verder liep het plots mis. We weten niet hoe, Joris zegt nog steeds dat het mijn fout was en ik zeg dat het zijn schuld was, maar het komt erop neer dat we plots tegen elkaar reden en ik megahard onderuit ging…
Vlak naast me was een ravijn en ik kon me nog net op tijd draaien zodat ik er niet inviel. Hierbij had ik wel mijn pols zwaar pijngedaan en was mijn achtertas stukgegaan.
We bonden de tas bovenop de bagagedrager en reden heel voorzichtig verder tot aan het dorpje Rijeka. Hier was een camping waar we tot rust konden komen. Joris kon gelukkig, dankzij behulp van de hamer, mijn tas maken en de dag erna rustten we uit omdat mijn pols toch was opgezwollen. We zaten vlak naast het riviertje, het was hier supermooi en het water was verfrissend waardoor het niet zo erg was om hier een (gedwongen) rustdag in te lassen.
Die avond werden we getrakteerd op een zwaar onweer. We gingen samen met een Frans koppel schuilen in een lokaal cafeetje en het werd een jolige avond. Dankzij het onweer werd het gelukkig ook een pak frisser waardoor we eindelijk eens een goede nachtrust hadden.
De volgende dag besloten we om opnieuw te vertrekken. Mijn pols was nog steeds wat dik maar deed gelukkig al een pak minder pijn.  We moesten klimmen om uit het dorpje te geraken maar ik blijf het herhalen: niet erg want de natuur was prachtig. Toen we omkeken wierpen we nog een laatste blik op het meer van Skadar voor we verder de bergen introkken. En toen barstte er weer een onweer los… nergens een plek om te schuilen behalve een kleine boom… auto’s die voorbij reden keken ons maar bevreemd aan. Gelukkig ging het onweer liggen en konden we verder gaan met de klim. We klommen die dag dertig kilometer en vroegen ons echt af hoe ver we nog konden stijgen gezien we naar de kust aan het fietsen waren. Uiteindelijk konden we een vijftal km dalen waarna we de laatste berg op moesten. En op de top van die berg vielen onze monden echt open van verbazing: voor ons zagen we de baai van Kotor. Lijkt een beetje op een fjord en was één van de mooiste dingen die we al hadden mogen aanschouwen. We konden langs een slingerende weg naar beneden maar moesten constant halt houden om van het uitzicht te genieten.
In het fjord lag een groot cruiseschip en we wisten dat het stadje enorm toeristisch was, maar in de stilte op de berg was het landschap  echt magnifiek.

Toen we in de oude stad van Kotor aankwamen bleek dat het inderdaad zeer toeristisch was maar eigenlijk viel de drukte zeer goed mee. In de oud binnenstad mogen geen auto’s rijden wat het toch wat rustiger maakt. Bovendien is de stad echt wel de moeite van het bezoeken waard.
De dag erop konden we onze eerste vlakke kilometers in Montenegro rijden langs de baai. Het water was kristalhelder en overal zagen we visjes zwemmen.
We namen een kleine ferry naar de overkant van de baai en moesten toen op een stukje drukkere weg fietsen. Gelukkig konden we hier snel afdraaien om te starten aan onze laatste Montenegrijnse klim richting grenscontrole met Kroatië.

Montenegro heeft ons echt aangenaam verrast. We hadden van dit land geen enkele verwachtingen maar wisten enkel dat het zeer bergachtig was. Die bergen vielen dus heel goed mee en de natuurpracht maakte al dat klimmen meer dan goed.

 

Conclusie Montenegro:

– Ongerepte natuur, weinig verkeer en prachtige vergezichten.

– De bevolking in Montenegro lijkt op het eerste zicht stuurs maar de mensen zijn gewoon terughoudender omdat ze geen Engels praten.Van zodra je moeite doet, merk je dat het echt wel vriendelijke mensen zijn.

– Augustus is niet de beste maand om het land te bezoeken gezien de hitte en de drukte aan de kust.

– We willen zeker terugkomen naar dit kleine landje om de rest van de bergen te verkennen!

 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *