Zoals jullie in ons verlag van Bosnië Herzegovina konden lezen, begonnen we onze tocht in Montenegro op een rafting caming vlak na de Bosnische grens.
We mochten hier gratis overnachten en de eigenaars maakten ‘s avonds een heerlijk maal op de barbeque. We kropen vroeg in ons tentje en lagen ongeveer een uur te slapen toen er hard op onze tent geklopt werd en iemand heel luid begon te roepen. Ik was er niet gerust op en Joris deed heel zachtjes de tent open…
Het bleek de eigenaar van de camping te zijn die ons zei dat we in een hutje konden gaan slapen. Hij vond het veel te koud voor ons om de nacht in de tent door te brengen. We namen dus snel al onze spullen mee en haastten ons naar de heerlijk warme hut. Zalig! 🙂
Na een heerlijke nachtrust vertrokken we de volgende dag richting het bergdorpje Zabljak. En het werd de zwaarste dag van de hele reis. De zwaarste maar tevens ook de mooiste…
Toen we ‘s ochtends opstonden was het berekoud en hing er een dikke mist. We zagen niets van de omgeving en vertrokken met alle mogelijke kleren aan die we maar bij hadden. We wisten dat we door de Piva Canyon fietsten maar zagen niets van het uitzicht. Erg jammer want we hadden van iedereen gehoord hoe mooi het hier was. Gelukkig brak de zon niet zo veel later door de wolken en onthulde een wondermooi landschap. Steile rotsachtige bergen met een diep ravijn waar een helblauwe rivier doorstroomde… Nog nooit zo vaak gestopt om foto’s te nemen! Helaas doen de foto’s de natuurpracht niet genoeg eer aan. Wie wil begrijpen waarover we spreken, zal zelf naar de Piva Canyon moeten gaan!
Het enige minpunt op deze fantastische weg was het groot aantal tunnels. Sommigen waren redelijk lang en waren niet verlicht. Je reed dus door een pikzwart gat… We zorgden er dus voor dat we zo goed mogelijk verlicht waren en reden zo snel we konden door de tunnels. Gelukkig viel het verkeer redelijk mee maar tijdens de zomermaanden zou het hier erg gevaarlijk zijn.
Na ca 14 km langs dit prachtlandschap moesten we linksaf richting Zabljak. De weg werd erg klein en we moesten direct door een inktzwarte tunnel. En alsof dit nog niet erg genoeg was, liep de weg ook nog loodrecht omhoog, onbegrijpelijk hoe ze zo’n weg kunnen aanleggen! Na de tunnel bleef de weg stijgen en stijgen… ik zag op een bepaald moment een hut ergens hoog op de berg en zei tegen Joris dat het een berghut was voor wandelaars. Joris gaf toen aan dat we daar volgens hem heen moesten fietsen… ik geloofde hem voor geen meter maar helaas… hij bleek gelijk te hebben! Enige pluspunt waren de fantastisch mooie uitzichten. En toen we aankwamen aan de “berghut” konden we pauzeren en iets eten om de energievoorraden terug op peil te brengen.
Op de kaart zagen we dat we nog twee cols over moesten maar het bleken er wel een stuk meer te zijn… op een bepaald moment was ik de tel kwijtgeraakt… We kwamen een auto tegen die even stopte. De vrouw vroeg of deze weg zwaar voor ons was… ik begon te lachen van de absurditeit van deze vraag, mensen in auto’s weten toch vaak niet wat fietsers moeten doorstaan!
Het fietsen ging weliswaar traag maar redelijk goed en we genoten nog steeds van de rustige wegen en de pracht van de natuur. Na bijna een hele dag klimmen kwamen we aan Durmitor nationaal park. Fantastisch, opnieuw onbeschrijflijk mooi!
Het was echter al redelijk laat geworden waardoor het begon te schemeren. Door de hoogte begon het bovendien ook redelijk af te koelen. De truien gingen aan en we zetten verbeten door. We moesten nog steeds klimmen, ik dacht dat we Zabljak nooit zouden halen en de moed begon me in de schoenen te zakken.
Omdat we zo snel mogelijk in Zabljak wilden zijn, namen we bovendien jammer genoeg geen enkele foto van deze natuurpracht. Iets waar we nu enorm veel spijt van hebben, conclusie: we moeten ooit terug! 🙂
Vlak voor het dorp konden we eindelijk beginnen aan de afdaling en uiteindelijk bereikten we Zabljak iets na zeven uur ‘s avonds. Vlak voor het dorp waren we de eigenaar van camping Mlinski Potok tegengekomen, de camping waar we heen wilden. De oude man was supervriendelijk en zei dat we de camping makkelijk konden vinden. Ze lag twee km voorbij het dorp en was goed aangegeven, op de camping brandde het vuur en het diner zou uit barbeque bestaan. We keken er enorm naar uit. In Zabljak deden we nog gauw enkele inkopen voor we op zoek gingen naar de camping. En we vonden ze dus niet… we reden twee keer de weg op en af maar zagen nergens een bord naar Mlinski Potok…
Intussen was het al acht uur en waren we verkleumd en doodop. We besloten hierom om terug naar het dorp te fietsen en namen onze intrek in hostel Hikers Den. Hier was nog een privékamer vrij die heerlijk warm was. We moesten niet te lang nadenken. Onze eerste gedachte was om hier één nacht te blijven en de dag nadien naar de camping te gaan. Maar we waren een dag later zo moe en lui van de lange fietstocht dat we toch maar in de hostel bleven.
We hadden ook de intentie om goed te gaan wandelen in Durmitor maar geraakten niet verder dan het dichtbij gelegen en redelijk toeristische Black Lake. Wat trouwens ook heel knap was! We vonden bovendien dat we vanop onze fiets heel veel van het park gezien hadden en daarbij genoeg hadden afgezien. We hadden dus wel een rustdagje verdiend. 🙂
Klein detail: toen we richting Black Lake wandelden, zagen we vlak naast de weg een bord ‘camping Mlinski Potok’. Duidelijk zichtbaar, onvoorstelbaar dat we daar voorbij gefietst waren! De vermoeidheid zal ons onwaarschijnlijk veel parten gespeeld hebben. 🙂
Zabljak is een klein toeristisch bergdorp dat volop in ontwikkeling is.
Na Zabljak reden we naar de tweede grootste stad van Montenegro: Niksic. Het was erg koud toen we vertrokken maar het was zonnig en de omgeving was weer heel mooi. We hadden opnieuw prachtige uitzichten op Durmitor. Langs deze kant leek het of we in Zwitserland terechtgekomen waren: veel houten chalets met bergen en skiliften op de achtergrond.
We kozen voor de kleine weg richting Niksic ook al had de eigenaar van de hostel gezegd dat we de grote baan moesten nemen. Maar we waren enorm blij met onze beslissing, er was geen verkeer op onze weg terwijl we het verkeer op de grote baan iets verder constant hoorden razen. Het landschap was bovendien glooiend zonder al te steile beklimmingen.
Op een bepaald moment zagen we twee fietsen staan aan een wegrestaurantje. We besloten om ook een pauze te nemen en maakten kennis met het Amerikaans koppel Joseph en Kelsey. Hun website heet J&K adventures! Het werd een leuke babbel. J&K waren op huwelijksreis en hoopten vandaag nog in Zabljak aan te komen.
De Amerikanen gaven aan dat de weg richting Niksic verderop veel drukker zou worden maar dat het goed te doen was. We besloten niet naar hen te luisteren en sloegen af naar een kleinere weg en waren erg blij dat we deze optie gekozen hadden: weg verkeer, hallo natuur!
Na een lange maar geleidelijke klim zagen we Niksic in de verte liggen. In het dal leek de stad niet mooi en viel vooral de industrie ons op. Toen we echter aankwamen, merkten we dat er een leuke stadskern was met enkele autovrije straten en veel cafeetjes.
De volgende dag reden we naar Podgorica. We kozen opnieuw voor een kleine weg en konden genieten van de rust. Het was terug een pak warmer dan in de bergen waardoor de lange broeken en truien snel terug uitgingen. Na een aantal km fietsen passeerden we Ostrog Monastry: een wit klooster dat volledig in de berg is gebouwd. Erg mooi!
De weg erheen was erg smal met een aantal haarspeldbochten. Het was hier ook redelijk druk omdat het een erg toeristische attractie was. Het was knap om te zien hoe de bussen deze haarspeldbochten konden nemen. We waren enorm blij dat we op de fiets zaten omdat auto’s elkaar op deze weg niet konden passeren en soms halsbrekende manoeuvres moesten uitvoeren. Ik zou doodsangsten uitstaan!
Voorbij het klooster viel het verkeer bijna onmiddellijk terug stil. Na een leuke afdaling kwamen we in Danilovgrad, een lelijk dopje waarna we de hele tijd op een vlakke weg tot in Podgorica konden fietsen. Dit was echt geen fijn stuk, enorm druk en lelijk. De auto’s gingen hier ook niet voor ons opzij en scheerden ons in volle vaart voorbij. We waren blij toen we in Podgorica aankwamen. Er was een camping naast een enorm drukke weg. Omdat we dachten dat we niet zouden kunnen slapen met het lawaai van het verkeer, besloten we om een kamer te nemen in het hotel dat bij de camping hoorde. De lelijkste kamer ooit met bovendien een koude douche…
Na Podgorica besloten we om naar Rijeka Crnojevica te fietsen. Hier waren we vorig jaar ook geweest en we hebben ons hart verloren aan dit kleine, beetje vervallen dorpje. We moesten eerst langs een drukke, niet leuke weg maar we kwamen gelukkig snel in Virpazar waarna we een kleine weg konden nemen. Deze weg hadden we vorig jaar ook reeds gedaan en we waren opnieuw onder de indruk van de magistrale uitzichten op nationaal park Skadar. Ik was echter al vergeten dat ook hier de bergen redelijk hoog zijn en de hellingen pittig. 🙂
Maar er was bijna geen verkeer, nog minder dan vorig jaar toen we hier in het toeristisch seizoen waren en we kwamen redelijk vroeg aan in het ons geliefde Rijeka. We zetten ons tentje opnieuw op de camping en waren de enige gasten. De camping was nog niets veranderd, de douches en toiletten waren nog steeds erg basis… (bekijk de foto’s maar) 🙂
Ook deze keer zagen we geen eigenaar en konden we twee nachten gratis overnachten.
Ook het dorpje was nog redelijk hetzelfde gebleven hoewel er wel al veel huizen gerenoveerd waren. Ook de vervallen fabriek die het dorpje domineert was opnieuw bewoond. Waar we vorig jaar nog veel armoede zagen, was dit nu niet meer het geval. Er is zelfs een supermarktje gekomen in het dorp, terwijl er vorig jaar enkel een heel klein winkeltje was met heel weinig producten.
Het was ook opvallend hoe erg het dorpje afhangt van het toerisme. Vorig jaar waren we hier in augustus en bruiste het kleine centrum met al zijn restaurantjes van het leven. Nu was er nauwelijks iets te zien en waren veel restaurantjes dicht of kon je er enkel iets te drinken krijgen. Heel jammer want ik had gehoopt dat ik opnieuw van de heerlijke vis kon genieten in het restaurant waar we vorige jaar elke avond gingen eten. In plaats daarvan gingen we naar het beste visrestaurant van Montenegro, volgens Lonely Planet toch. En ja het was lekker maar het was zeker niet beter dan de vis dat ons ander, goedkoper restaurantje te bieden had.
Na een rustdagje in Rijeka reden we naar Kotor. Ook dit stuk hadden we vorig jaar al gefietst en we wisten dat het fantatstisch zou zijn. We reden eerst door de oude hoofdstad Cetinje en aten daar in hetzelfde restaurantje als vorig jaar voor we aan de beklimming naar Lovcen nationaal park begonnen. Vorig jaar hebben we de weg rond het park gereden die fantastisch was. Dit jaar besloten we de weg door het park te nemen. Deze is erg mooi maar de weg rond het park moet zeker niet onderdoen!
Er was bijna geen verkeer en we wisten van onze vorige reis dat we zouden moeten klimmen en klimmen tot we vlak voor Kotor waren. Om Lovcen door de rijden moet je toegang van 2 euro betalen, maar dit is het zeker waard. Deze weg stijgt nog meer dan de weg rond het park en op een bepaald moment dachten we dat we de mont ventoux zagen. Het was echter mont Lovcen, met zijn 1700 meter toch ook een serieuze klepper. Net als de Ventoux wordt hij ‘gesierd’ door een grote antenne.
Omdat we nu door het park reden en hoger zaten dan de weg die we vorig jaar reden was het uitzicht op de baai van Kotor en de baai van Tivat nog adembenemender. Ook al hadden we dit vorig jaar al gezien, toch waren we opnieuw sprakeloos van de pracht van deze twee baaien. We begonnen dan ook opnieuw honderden foto’s te nemen. 🙂
De afdaling naar de baai van Kotor is legendarisch en bestaat uit 25 haarspeldbochten. Vorig jaar waren we hier in augustus en was de weg enorm druk maar nu konden we genieten van de rust en passeerden er slechts enkele auto’s. Zalig!
In Kotor namen we onze intrek in een hostel. Tijdens de zomer is alles volzet maar nu kon je overal nog kamers krijgen. Vreemd om te zien hoe hard het toerisme hier stilvalt terwijl het tijdens deze periode veel aangenamer vertoeven is met zonnige dagen en temperaturen van 25 graden.
Omdat we Kotor vorig jaar al gezien hadden, reden we de dag nadien door. We namen dit keer de weg die volledig rond de baai liep. Vorig jaar hadden we de andere kant genomen en hadden we een kleine ferry overtocht gedaan.
Deze weg is volgens alle reisgidsen veel mooier maar wij vonden dit wat tegenvallen. De uitzichten waren niet echt spectaculair, we reden langs enkele lelijke, vervallen dorpen en het verkeer was een pak drukker. (Vorig jaar hadden we bijna geen verkeer)
Enige aanrader is het dopje Perast. Het is een dorpje voor de bon monde maar straalt erg veel charme uit. Volgens de reisgids zouden Catherine Zeta-Jones en Michael Douglas hier een huis hebben maar die hebben we jammer genoeg niet kunnen spotten. 🙂
Omdat we nog een aantal dagen over hadden voor we terug naar Brussel moesten, besloten we een erg korte dag te hebben en te overnachten op een camping in Morinj. Dit was een erg leuke camping en verderop was een klein strandje waar we konden zwemmen met uitzicht op de volledige baai van Kotor. Jammer genoeg besloten enkele lokale bewoners om net op het moment dat wij op het strand lagen hout op te stoken waardoor er immense vuurhaarden met de bijhorende rookpluimen ontstonden… Van veel rusten op het strand kwam dus niet veel meer in huis…
In Morinj is (alweer volgens Lonely Planet) het beste restaurant van Montenegro te vinden. We besloten om een kijkje te gaan nemen maar maakten al snel rechtsomkeer omdat de prijzen echt niet voor onze portemonnee waren…
De volgende dag begonnen we aan onze laatste fietstocht van deze reis. Na vorig jaar wisten we dat dit een lelijk en erg druk stuk was en we keken er echt niet naar uit. Iets voorbij de ferry zagen we echter een klein baantje dat vlak naast het water liep. We besloten hierop te fietsen en konden hier de hele tijd blijven rijden tot we voorbij Herzeg Novi waren. Hoe jammer dat we deze weg vorig jaar niet gezien hadden!
We konden heel de tijd fietsen zonder verkeer en met zicht op het water. Enkel op een klein stukje na waar we van de weg af moesten omdat ze een groot hotel aan het bouwen waren met bijhorend privé-strand. We zagen dat er nog veel meer bouwprojecten bezig waren en we vrezen dat deze omgeving er binnen niet al te lange tijd heel anders zal uitzien. Een erg spijtig vooruitzicht!
Na Herzeg Novi moesten we terug op de grotere baan richting Kroatië. Maar waar deze weg vorig jaar nog erg druk was, viel het ook deze keer goed mee. Na de grensovergang kwamen we opnieuw aan de loodrechte weg omhoog, echt een muur waar je tegenop moet rijden: welkom in Kroatië!
Omdat we deze weg vorig jaar al gedaan hadden, reden we redelijk snel door waardoor we redelijk vroeg in Plat waren. We genoten nog een aantal dagen op onze geliefde camping voor we op het vliegtuig richting Brussel stapten.
Conclusie Montenegro:
– Prachtig land met fantastische natuur. In dit kleine land is echt alles te vinden: majestueuze berglandschappen, diepe canyons met helderblauwe rivieren, glooiende landschappen, mooie steden, rustige dorpjes en indrukwekkende kusten.
– De bevolking is vriendelijk maar komt erg nors over. Net als in de andere balkanlanden communiceren ze erg luid, dit zijn we in België niet echt gewend. We hebben vaak gedacht dat ze ruzie aan het maken waren maar dit was gewoon de manier van communiceren.
– September is een goede maand om Montenegro te bezoeken. De temperaturen zijn erg aangenaam in tegenstelling tot juli en augustus wanneer de temperaturen verschroeiend zijn. Het toerisme valt in deze periode ook stil waardoor het verkeer op de wegen veel rustiger is dan tijden de zomermaanden.
– Montenegro is in volle ontwikkeling. Je ziet dat het toerisme in volle opgang is waardoor we vrezen dat de charme van dit land binnen onafzienbare tijd zal verdwijnen.