USA

24/11/2012

Quebec (Canada) – New York (USA)

Het einde….

In ons hoofd was het einddoel van onze reis Les Escoumins, een klein dorp ten noorden van Quebec. Hier konden we logeren bij Els en Rudy, de tante en nonkel van Joris en ook de ouders van Joris kwamen ons hier bezoeken.

Door enkele technische problemen met de achterrem en een slechte fietsmecanicien, waren we echter genoodzaakt om het laatste stuk van Quebec naar Les Escoumins met een huurauto af te leggen. Een grote domper op de feestvreugde uiteraard, maar het belette ons niet om volop te genieten van de prachtige streek en de goede zorgen van onze familie. Zo werden we overvloedig getrakteerd op lekker eten (Els en Rudy baten in Les Escoumins een Belgisch restaurant en chocolatier uit) en maakten we uitstapjes naar de naburige bossen, gingen walvissen spotten vanuit een rubberboot en bezochten vrienden die iets verderop wonen in Baie-Comeau.

Ondertussen bleef de Canadese fietsenmaker uit Quebec verder prutsen aan mijn achterrem. Na 10 dagen zou die volledig vervangen zijn, maar dit werden al snel 2 weken en we werden dan ook al een beetje ongerust dat het probleem erger zou zijn als verwacht.
Toen we gingen kijken, bleek echter dat het probleem helemaal niet zo groot was en met een paar aanwijzingen van Joris kon de fietsenmaker in minder dan een uur alsnog de rem vervangen. Het werd wel een V-brake ipv een Magura, maar we konden alvast verder en bij Santos hadden ze al beloofd er in Nederland alsnog een nieuwe Magura op te zetten.

Aangezien onze vrienden uit België ons wilden bezoeken in New York, verlegden we ons eindpunt van Quebec naar New York. Dit gaf ons ook de gelegenheid om onderweg even langs Boston te rijden en Debby te bezoeken die ik op mijn vorige fietsreis door Azië had leren kennen.

Het fietsen viel ons echter enorm zwaar. In ons hoofd hadden we ons doel al bereikt en na 2 weken, bij Els en Rudy, in de hemel te hebben gelogeerd was de overgang naar het echte leven op de fiets moeilijk te verteren. Daarbij kwam nog dat het naar goede gewoonte elke dag van ’s morgens tot ’s avonds bleef regenen.
Opgeven was uiteraard geen optie (al moeten we toegeven dat de gedachte hieraan af en toe wel door ons hoofd schoot) en dus reden we, via lange rechte fietspaden, verder richting VS.

Aan de grens begroette de douanier ons met de woorden “Wow, you guys look terrible! Where did you cycle from, and especially: Why?!”. Volledig doorweekt, koud en ongelooflijk moe deden we ons verhaal en vroegen hem naar het dichtstbijzijnde motel.
“ Well, it’s 4 miles in the wrong direction, but it’s the best you can find. You just go right at the next stopsign and then over a big hill….., well it’s a huge hill…., well it’s 4 miles very steep uphill and the lodge is on top of it…. But it’s really good and after your trip you’ll make it…”. Aangezien we geen andere keuze hadden en we echt uitkeken naar een warme douche en een bed, besloten we het advies van de douanier te volgen. Hij beloofde ons even naar de lodge te bellen om een betere prijs voor ons te onderhandelen en liet ons dan snel vertrekken.
Na 20m hoorde we de douanier plots nog even roepen. Hij was vergeten te vragen of we wapens of drugs bij hadden, maar toen we hier negatief op antwoordden, mochten we zonder verdere controle verder rijden.

In Jacksons lodge werden we heel vriendelijk ontvangen door Gloria, de eigenares van de lodge. We kregen thee en na een kort gesprek met Gloria kregen we een cabine aangeboden voor 12$ per nacht ipv 185$.
Op vraag van Gloria en haar man bleven we ook de volgende dag. Ze vonden het voor ons een must om het nabijgelegen (slechts 45minuten rijden met de auto) mountainbikeparcours van Burke te verkennen. We werden met de auto gebracht, het toegangsgeld (30$) werd voor ons betaald en ’s avonds werden we mooi terug opgepikt en naar de lodge gebracht. Wat een mooie dag!

De volgende dag reden we via New Hampshire en Massachusetts richting Boston. De wegen werden mooier en de prachtige herfstkleuren, in combinatie met de rondomliggende bergen maakten dat we terug iets meer begonnen te genieten van het fietsen. Toen we de White Mountains bereikten logeerden we bij Bob en Sue in hun prachtige villa. Het werd een heel gezellige avond en ’s morgens werden we getrakteerd op het bezoek van een beer die vlak voor het raam door de tuin liep.

Helaas verlieten we de volgende dag al snel dit prachtige gebied en hoe dichter we bij Boston kwamen, hoe drukker de wegen werden en hoe minder mooi het landschap.
Gelukkige vonden we vlak voor Boston een mooi fietspad dat ons tot in het centrum van Boston bracht en vervolgens ook nog eens een heel eind richting het huis van Debby en haar man Dave.

Boston is een mooie stad en we bleven hier toch enkele dagen logeren. Debby en Dave ontvingen ons met open armen, gaven ons een rondleiding door Boston en namen ons mee naar hun vrienden met wie we appels gingen plukken op de lokale fruitboerderij. We kochten een plastiek zak en mochten deze volledig vullen met de appels die we zelf van de bomen trokken. Hierdoor kregen wij (en honderden anderen) goedkoper appels en de boer had veel minder kosten, aangezien het plukken voor hem werd gedaan…. Achteraf bereidden we met onze appels een heerlijke maaltijd en het werd dan ook een heel gezellige avond.

En toen, na nog een weekje fietsen uiteraard, kwamen we aan in New York. Onze vrienden Owen, Steven en Eveline waren aanwezig om ons op te vangen en samen de laatste week van onze reis te vieren. Op het einde van iets moois hoort steevast een apotheose te komen en het beloofde een prachtweek te worden. Helaas dachten de weergoden net hetzelfde en trakteerden ze ons, bij wijze van afscheid, nog even op een mooie orkaan genaamd Sandy.
Onze week brachten we grotendeels door in de hotelkamer, maar gelukkig hadden we goed gezelschap en konden we de laatste dagen alsnog een deeltje van New York zien, zoals weinigen het al gezien hebben, namelijk grotendeels zonder licht.

En toen reden we naar de vlieghaven….

We hadden nu ook het officiële einde van onze reis gehaald en dat ging gepaard met heel dubbele gevoelens. Uiteraard was er de vreugde dat we het gehaald hadden en dat we nu snel al onze vrienden en familie zouden terugzien. Maar tegelijkertijd betekende dit het einde van een prachtige reis die, ondanks het slechte weer, toch een blijvende indruk heeft nagelaten…..

En nu: Sparen voor de volgende reis?

 

————————————————————————————————————————————————-

 

10/08/2012

San Francisco – Seattle

Op 10/7/2012 stapten we na twee weken rust terug op onze fiets om onze tocht richting het noorden verder te zetten.

Met pijn in het hart namen we afscheid van de fantastische stad San Francisco. We reden over de Golden Gate Bridge die, hoewel bijna volledig verscholen in de mist, toch immens mooi is. De mist maakte het zelfs allemaal nog een beetje dramatischer.

De eerste dag verliep het fietsen echt niet vlot, de benen waren niet meer gewend om te werken en voelden aan als lood… We reden iets meer dan vijftig kilometer naar de dichtstbijzijnde camping na de stad en zetten daar al ons tentje op. De dag nadien moesten we al noodgedwongen een rustdagje inlassen omdat ik me helemaal niet goed voelde… Kwam het door de lange rustperiode of door het feit dat ik mijn pa’ke toch een beetje miste… Wie zal het zeggen 🙂

Gelukkig stonden we in het mooie Samuel P. Taylor park midden in een bos van zeer grote redwoods, waar het heerlijk uitrusten was.
Er waren ook een heleboel andere fietsers waar we een gezellige avond mee hadden. Overal op de campings in Californië staan bakken om eten in te bewaren omdat de raccoons (wasberen), vogels en eekhoorns hier echt agressief zijn als het op eten stelen aankomt.
We zaten op een bepaald moment nog wat na te praten met enkele fietsers toen er ineens een gil kwam uit de tent van een andere fietser die een uur daarvoor was gaan slapen. Bleek dat hij nog één zakje met eten in zijn tent had genomen… de raccoons hadden dit natuurlijk geroken en hadden gewoon een enorm gat gemaakt zijn tent! Het maakte voor hen niets uit of er iemand in de tent lag of niet, bang zijn die beestjes echt niet! Dus vanaf nu steken we echt élke kruimel in die etensbakken!

Na deze rustdag waren het hoofd en de beentjes terug volledig mee en konden er terug meer en meer kilometers worden afgelegd.
De Californische kust bleef echt prachtig, enkel het verkeer begon ons de keel een beetje uit te hangen. Aan de kust is er meestal maar één mogelijkheid tot fietsen en dat is ofwel op de highway 1 of op highway 101. Highway 1 viel over het algemeen nog mee van verkeer, maar er was geen berm en tijdens de drukke zomermaanden rijdt het vol campers en RV’s (die dikwijls gewoon tot huis omgevormde bussen zijn ). In Amerika heb je bovendien geen speciaal rijbewijs nodig om met deze monsters te mogen rondrijden. Nee, je kan ze gewoon huren en de dag erna kan je ermee op de baan. Gevolg: het merendeel van de chauffeurs weet niet hoe ze met zo’n gevaarte om moeten gaan en vormen een gevaar op de baan.  Zeker als er achter die bus nog een auto of boot aan vastgemaakt zit…
Op highway 101 was het verkeer nòg drukker maar daar had je (meestal) wel een berm.

We probeerden om het niet aan ons hart te laten komen en te genieten van de sfeer aan de kust. Gelukkig lukte dit zeer goed, zeker omdat er zo veel andere fietsers waren. We stonden op bijna geen enkele kampeerplek alleen en bijna elke avond hadden we leuke en gezellige gesprekken met andere fietsers over hun avonturen.

Het enige wat ook een beetje tegenzat was het weer. Het was dikwijls mistig en tegen de avond was het erg koud waardoor de fleece truien steeds bovengehaald moesten worden. Maar we klaagden natuurlijk niet zolang het niet regende!
Na een aantal dagen fietsen draaide de weg iets meer naar het binnenland en moesten we een klim van 18 km doen. Iedereen had ons verteld dat het weer na deze berg veel beter zou zijn omdat de mist van de kust tegengehouden werd. De temperaturen waren inderdaad hoger maar de volgende dag regende het heel de dag pijpestelen. We waren doorweekt!
Omdat we echt geen zin hadden om met zo’n weer in ons tentje te moeten slapen, besloten we om te horen hoeveel een motel kostte in het dorpje Garberville. Wel, dit viel serieus tegen… de goedkoopste kamer was 70 dollar en dat was echt te veel voor ons budget.
Ik zat verkleumd op Joris te wachten op de dorpel van een motelletje toen er een Australiër op ons afstapte. Hij was met de moto aan het rondreizen en had zo’n medelijden met ons dat hij ons 20 dollar gaf zodat we toch konden genieten van een warme douche en een heerlijk bed! Fantastisch!

De dag nadien was het weer gelukkig opgeklaard en kwamen we langs de Avenue of the Giants. Dit is een zeer mooi nationaal park vol immense redwood-bomen die zo groot waren dat we er met fiets en al in konden staan! Omdat het hier zo mooi en rustig was, besloten we om in het park te overnachten.

Nadien begon het drukke verkeer en de aanhoudende wind ons meer en meer parten te spelen. De omgeving was nog steeds prachtig, maar we konden er gewoon niet meer van genieten omdat we ons steeds op het verkeer moesten concentreren in de hoop dat we niet aangereden zouden worden. Nadat we in de staat Oregon aangekomen waren stak ook de wind meer en meer op waardoor het echt vechten werd op de fiets. We probeerden zo vroeg mogelijk te starten omdat de wind meestal in de namiddag opkwam, maar steeds moeten fietsen met een bang hartje en hopen om zo veel kilometers te doen voor twaalf uur was echt niet prettig meer.
Omdat we echt niet meer aan het genieten waren en we van anderen hoorden dat het verkeer zo erg zou blijven, besloten we om na Reedsport het binnenland in te trekken. Hier konden we kleinere wegen nemen en zou de wind ook wat minder zijn omdat deze afgeblokt werd door het kustgebergte.

En we zijn enorm blij dat we deze beslissing genomen hebben. Na het dorpje Reedsport kwamen we op een hele mooie weg terecht waar we in twee dagen misschien tien auto’s gezien hebben. Fantastisch! Ons gemoed ging direct terug omhoog en we wisten opeens weer waarom we in godsnaam op de fiets zaten. We hadden terug het gevoel dat we mooie dingen zagen die je per auto niet zo goed kunt ervaren en konden eindelijk terug van de omgeving genieten.
Omdat het zo mooi en rustig was, besloten we om er extra van te genieten en een kort dagje in te lassen. We zetten ons tentje op naast een riviertje waar we heerlijk konden zwemmen. Naast ons stonden drie Amerikanen met hun pick-up en camper die er enorm trots op waren dat ze rednecks waren ( ze benadrukten dit dan ook voortdurend)… Ze hadden de grootste auto, dronken met veel plezier het slechtste bier (bush light!) en hadden een hele boom omgehakt voor een klein kampvuurtje… Maar soit, ze waren heel vriendelijk, gaven ons ook een heerlijk pintje (niet echt dus) en maakten voor ons lekkere rivierkreeftjes (die ze wel net lekker illegaal hadden gevangen in de rivier) met lookboter klaar, smullen!

De dag nadien kwamen we aan in de stad Eugene. Een enorm gezellige stad waar men enorm trots is op het feit dat ze heel veel fietspaden hebben en waar de gemiddelde inwoner makkelijker de fiets dan de wagen neemt.
We logeerden bij het supertoffe gezin van Paul en Monica en bleven langer dan verwacht hangen. Paul maakte voor ons zijn bekende, heerlijke pizza klaar en Joris maakte de dag nadien zijn eigen succesgerecht met pasta en kip klaar. Het was echt heel leuk, vooral ook met de twee jongste kinderen Dare en Sanguine, en we hadden hier nog veel langer kunnen blijven als we gewild hadden.
Maar de fiets riep ons en na drie dagen vertrokken we richting Portland. De weg bleef nog steeds heel rustig en we konden vooral langs plattelandswegen fietsen. We fietsen door een dal met links van ons het kustgebergte en rechts de cascades (rocky mountains), waar we geregeld een vulkaan zagen.

Onderweg naar Portland kwamen we andere fietsers tegen, Ralph en Cynthia. Zij waren op een korte trip naar Eugene samen met een bevriend koppel. Het was hun laatste fietsdag voor ze terug naar hun huis in Portland zouden gaan en ze boden ons een slaapplek aan als we in de stad zouden aankomen.
Na drie dagen fietsen kwamen we in Portland en belden we Ralph. Hij was superenthousiast, pikte ons met zijn auto op en bracht ons naar zijn woning. We kregen een heerlijk warme douche én een bed. We waren in de wolken aangezien het heel lang geleden was dat we nog eens in een bed geslapen hadden.

Mijn fiets maakte al een aantal dagen vreemde geluiden aan het voorwiel. We hadden het al een aantal keer bekeken maar konden niets van mankement ontdekken. Tijdens de laatste kilometers naar Portland werd het echter veel erger en vooral tijdens het afdalen maakte de fiets heel vreemde geluiden. Ik was er niet gerust op en zag in gedachten al hoe er iets brak en ik over de kop zou gaan… We vertelden aan Ralph dat we graag naar een fietswinkel zouden gaan en hij bracht ons de volgende dag naar een winkel waar hij de fietsmechanieker kende. Hij zei dat mijn wielas stuk was en verving heel mijn voorwiel…

Portland is ook een zeer gezellige stad en staat ook bekend als fietsstad. Er zijn zeer veel fietspaden en trails langs de rivier. Heel gezellig. We bleven twee dagen in deze stad voor we verder gingen naar Seattle.

Portland buitenrijden was iets minder tof omdat we een tijd op een drukke baan terechtkwamen.
Na ongeveer 50 km moesten we de Colombia- river oversteken. Iedereen had ons al gewaarschuwd voor de bruggen die over deze rivier gaan: deze zouden heel hoog en heel druk zijn en zouden niet over een berm beschikken. Ik maakte me dus al grote zorgen… We hadden gehoord dat de Longview brug de beste optie was en kozen deze weg. En uiteindelijk viel de brug heel goed mee, ze was weliswaar hoog en er was veel verkeer maar er was ook een berm waar we op konden fietsen.

We wilden die avond overnachten in Seaquest state park, naast vulkaan St. Helens,  wat volgens onze kaart maar een tiental kilometer van de grote baan zou afliggen. Nadat we de afrit genomen hadden, stond er echter geen bewegwijzering meer en wisten we niet meer of we nog in de goede richting zaten. Joris stapte op een mevrouw in een auto af en zij bood aan om ons een lift te geven naar het park. En gelukkig maar, want we zaten dus niet op de juiste weg én het park bleek ook nog eens veel verder weg te liggen dan onze kaart had aangegeven. We hadden die dag al 115 km gefietst en waren dus enorm dankbaar met de lift! De dag erna besloten we om terug naar de grote weg te fietsen en het bleek 20 kilometer te zijn voor we terug bij ons aanknopingspunt met de route waren. Het dubbele dus van wat onze kaart had aangegeven!

Nadien moesten we nog drie dagen fietsen voor we in Seattle aankwamen. De laatste avond belde Joris aan een huisje aan om te vragen of we onze tent in het aanpalende weiland konden zetten. Het gezin was heel vriendelijk en we hadden een heel gezellige avond. De man maakte zelfs zijn eigen bier, dat geïnspireerd was op Belgsich bier, en het was dus echt heel lekker! Het was zelfs één van de lekkerste bieren die we hier in de USA al gedronken hadden!

De dag erna fietsten we naar Seattle en het was echt een plezier om deze stad binnen te rijden. We hadden schrik dat er zeer veel verkeer zou zijn, maar veertig kilometer voor de stad begon er een fietspad dat ons helemaal naar het centrum bracht. Geweldig! Dit is de eerste stad in Noord-Amerika waar we zo vlot en rustig konden binnenfietsen.
We verblijven nu bij een jong koppel, Martina en Jason, die zelf overtuigde fietsers zijn en een eigen fietstassenlijn proberen te ontwikkelen. Seattle is een gezellige stad waar we gerust weer wat tijd kunnen doorbrengen.
Binnen een aantal dagen vertrekken we terug en zullen we het laatste land van deze reis binnenfietsen: Canada.

 

————————————————————————————————————————————————

09/07/2012:

San Francisco – Las Vegas – San Francisco

Op 24/06/2012 kwam mijn pa aan in San Francisco.

Het was de eerste keer in twintig jaar dat hij nog eens op vakantie geweest was, dus hij keek enorm naar de tocht uit en gedroeg zich een beetje zoals een kind in Disneyland 🙂

Op de dag dat hij aankwam was het weekend van de Gay Pride net begonnen. De eerste dag waren we jammer genoeg te laat voor de festiviteiten, maar op zondag gingen we naar de parade kijken en bezochten we het bijhorende festivalletje.

De parade viel om eerlijk te zijn een beetje tegen. Het was vooral een optocht van protestgroepen terwijl wij meer praalwagens en muziek en dans verwacht hadden. Er was ook teveel volk langs de kant van de weg om veel van de parade te kunnen zien.
In de straten rond het civic center van San Francisco waren er verschillende podia met optredens en hier hebben we ons reuze geamuseerd. Vooral het mensen kijken was dikke pret… Zoveel mensen in de meest minuscule outfits, ongelooflijk… En hoe groter de omvang van de mensen, hoe meer vel ze lieten zien… Het was soms echt geen mooi zicht!
Voor ons pa was het een leuke eerste kennismaking met de Amerikaanse cultuur. 🙂

De volgende dag haalden we onze huurauto op en begonnen we aan onze rondtrip van twee weken. Omdat we de kustlijn vanaf Monterey zo mooi vonden en we het stuk tussen Monterey en San Francisco niet hadden kunnen fietsen, besloten we om hier terug langs te rijden. Onze eerste stop was Santa Cruz. Dit stadje staat bekend als hippiestad van de westkust. Veel hippies hebben we niet gezien of ze moeten de zeeleeuwen bedoelen die naast de pier liggen… 🙂
De pier van Santa Cruz is één groot pretpark, compleet met houten rollercoaster. Bijna alle kuststadjes die we tot nog toe tegenkwamen hadden een pretpark aan de pier, maar dat van Santa Cruz is met voorsprong het grootste.

Die avond sliepen we op de camping aan Monterey. Het was voor ons pa ook al héél lang geleden dat hij nog in een tentje had gelegen en hij had dan ook een pintje nodig voor hij kon gaan slapen. Aangezien we het Amerikaans bier echt niet te drinken vinden, kozen we voor Stella… Er gaat toch niks boven een goed Belgisch pintje!

In Monterey bezochten we het grote en zeer mooie Monterey Bay Aquarium. Joris werd wel een beetje gek van ons pa en mij want hoeveel foto’s van kwallen kan een mens nu nemen? 🙂
Om het goed te maken, gingen we nadien eten bij Bubba Gump Shrimp Factory. Toegegeven, het was een beetje boven ons budget, maar het was het waard!
Monterey is een mooi en leuk dorpje en we wandelden de rest van de dag nog een beetje rond.

De dag nadien begon onze trip naar Big Sur. We deden eerst de 17-mile drive die door iedereen hoog aanbevolen werd… Wel, hij sloeg serieus tegen! We moesten om te beginnen al 10 dollar betalen om op die weg te mogen rijden en vonden het om eerlijk te zijn echt niet zo spectaculair. De kustlijn ten zuiden van Monterey is tien keer knapper en er moet tenminste geen tol voor betaald worden. De 17-mile drive was dus een teleurstelling en we raden hem aan niemand aan.

Ik en Joris hadden Big Sur al met de fiets gedaan, maar kregen toch een totaal ander gevoel vanuit de auto. We reden natuurlijk in de tegenovergestelde richting en met de auto doe je er een aantal uur over, terwijl we het al fietsend in twee dagen deden. Op de fiets kregen we dus meer het echt overweldigende gevoel, maar ook vanuit de auto was het nog steeds spectaculair en het maakte op ons alledrie een grote indruk.
Mijn vader bracht bovendien geluk, want toen ik en Joris hier fietsten hing er dikwijls een dikke mist, maar heel de tijd dat ons pa hier was, was er geen streepje mist te ontdekken en scheen de zon uit volle kracht.

We waren ook opnieuw onder de indruk van de zeeolifanten die iets voorbij Big Sur te vinden zijn. Wat een lelijke, stinkende beesten! 🙂

Op onze tweede dag in de auto deden we zeer veel kilometers en reden we door tot Sequoia National Park. Dit park grenst aan Kings Canyon Naional Park en de natuur hier was prachtig. We kampeerden opnieuw en hadden een nieuw bier ontdekt: Fosters, Australisch en best goed te drinken. 🙂

Sequoia National Park is het thuis van de enorm grote Sequoia bomen. Bomen zo groot dat je er in kunt gaan staan of een stuk of twintig man nodig hebt om de boom te kunnen omringen. Spectaculair!
Het aangrenzende Kings Canyon was ook zeer mooi en onze mond viel geregeld open van de natuurpracht.

Op de terugweg naar onze camping zagen we een aantal beren. Mooi, maar naar mijn gevoel liepen die toch iets te dicht bij onze kampeerplek waardoor ik niet zo rustig geslapen heb…

Na al deze natuurpracht was het tijd voor de decadentie van Las Vegas!
Voor we hier echter toekwamen, passeerden we nog langs Death Valley.  Zinderende hitte op een plaats die beneden zeeniveau ligt. De verschillende kleuren van de woestijn  waren echt prachtig. We wilden eerst kamperen in de woestijn, maar toen we uit onze frisse auto stapten en merkten dat het buiten 50 graden was, lieten we deze plannen maar snel varen!
Ik had nog nooit zo’n hitte gevoeld! Zelfs de wind deed pijn omdat hij zo warm was! De campings waren bovendien gesloten omdat niemand het in zijn hoofd haalt om hier zijn tentje op te zetten waardoor we onze intrek namen in een klein motelletje.
Eindelijk nog eens een douche na vier dagen in de tent! Ik dacht dat dit enkel gebeurde als je met de fiets reist, maar niet dus… Amerikaanse campings hebben in het algemeen geen douche, wat onvoorstelbaar zou zijn in Europa. Toch zeker als je bedenkt dat je 20 dollar inkom moet betalen in de nationale parken (per wagen) en nog eens gemiddeld 15 dollar voor een kampeerplek.

En toen was het dus tijd voor Las Vegas. Na uren in de woestijn te rijden en, naast militaire testgebieden niets te zien, rijst de mastodont Las Vegas ineens op. Zoveel kitsch hebben we nog nooit bij elkaar gezien, maar het moet gezegd: Las Vegas laat een indruk achter! Elk hotel beschikt over een groot casino, is megahard verlicht en er zijn overal waterspektakels… En dat in het midden van de woestijn waar geen druppel water te vinden is…
Natuurlijk moest er ook een gokje gewaagd worden (en meer dan één) maar jammer genoeg hadden we geen succes. We hadden nochtans extra sponsoring kunnen gebruiken 🙂
Omdat het overdag echt te heet is om in de stad buiten te komen, zit bijna iedereen tijdens de dag in de casino’s. ‘s Avonds komt iedereen de straat op om naar de lichtshows te zien en om zichzelf ook te laten bewonderen. Vegas is een stad om te zien en gezien te worden… Zoveel korte rokjes, naaldhakken en freaks bij elkaar, het is echt onvoorstelbaar 🙂

Na twee dagen Las Vegas hadden we het gehad en moesten we onze tocht verder zetten voor we een overdosis Vegasgekte kregen.
We reden naar Yosemite National Park en stonden weer versteld van de uitersten in dit land. Na Las Vegas was het opnieuw al woestijn wat de klok sloeg, tot er na een aantal heuvels opeens groene bergen oprezen omringd door grote meren.
Yosemite was weeral prachtig en moeilijk in woorden te omschrijven. We namen opnieuw onze intrek in onze tentjes en spendeerden twee dagen in het park.
Een kleine teleurstelling was wel het enorm aantal toeristen in het park die allemaal geconcentreerd zaten in Yosemite Valley. Het was alsof we in een pretpark of een groot soort centerparcs beland waren…. De pracht van de natuur ging hierdoor een beetje verloren. Op de uitkijkpunten moest je ook steeds wachten tot je eindelijk een foto kon nemen zonder dat er andere mensen het zicht blokkeerden. Jammer, ik vermoed dat dit in de rustigere maanden wel minder zal zijn, hoewel het nog steeds niet volledig hoogseizoen was gezien er op veel campings nog steeds plekken vrij waren. Ik vraag me af hoe erg het hier binnen een aantal dagen of weken zal zijn…
Beren hebben we in Yosemite niet gezien, maar opeens stond er wel een coyote in het midden van de weg! Toen ik men raam opendeed om een foto te nemen, kwam het beest zelfs naar ons toegelopen! Volgens ons dacht hij dat hij eten ging krijgen. Ik heb maar heel snel een foto genomen, het raam dichtgedaan en gezegd tegen ons pa dat we moesten verder rijden. 🙂

Toen we uit Yosemite vertrokken was het vier juli: Independence day. Ons pa had al een aantal keer gezegd dat hij wou zien hoe de Amerikanen dit vieren. We hadden gelezen dat er in Lake Tahoe een groot vuurwerkspektakel was en besloten om daarheen te rijden.
Onderweg reden we langs een klein dorpje  waar mensen met stoeltjes klaar zaten om een optocht te bekijken. We twijfelden even of we zouden blijven om te kijken, maar beslisten dan om verder te rijden. We kwamen immers voorbij Carson City en aangezien dit een grote stad was, dachten we dat daar ook zeker een optocht zou zijn.
Toen we in Carson City aankwamen, bleek de stad echter zo goed als verlaten te zijn… Hierdoor reden we dan maar verder naar Lake Tahoe en daar was het over de koppen lopen… Iedereen in California had blijkbaar besloten om naar hier te komen! De campings zaten allemaal bomvol en voor de motels vroeg men hopeloos veel geld.
Teleurgesteld en in de hoop dat we in San Francisco misschien meer kans hadden om vuurwerk te zien, besloten we om dezelfde dag nog door te rijden. In San Francisco hadden we immers zeker een slaapplek bij Cindi via warmshowers. Ik en Joris hadden voordien ook al bij haar gelogeerd, en nu mocht ons pa hier ook komen slapen. Cindi zelf was nog met vakantie maar ze had ons de sleutel van het huis gegeven zodat we zeker binnen konden.

We reden over de Golden Gate Bridge de stad binnen en konden onze auto vlak voor de deur parkeren, wat een luxe!
We besloten om naar het Golden Gate park te wandelen in de hoop dat we daar het vuurwerk zouden zien. We hoorden opeens langs alle kanten knallen, maar zagen nergens een glimp van het vuurwerk.
We vroegen aan een voorbijganger waar het feest juist te doen was en hij deelde mee dat het aan de compleet andere kant van de stad was en dat het voorbij zou zijn tegen de tijd dat we daar zouden arriveren….
Nog meer teleurgesteld dan eerder die dag, gingen we dan maar terug naar huis en verdronken we ons verdriet met een Fosters biertje. En tot onze ergernis hoorden we de knallen van het vuurwerk nog uren doorgaan… We zouden het dus zeker gehaald hebben als we erheen waren gegaan.

Omdat we nu een dagje vroeger in de stad waren aangekomen, hadden we meer tijd om van de stad te genieten. De eerste dag gingen we naar de Fishermans Warf omdat we kaarten voor Alcatraz wilden boeken…
We kochten ticketjes voor de beroemde cable car en ontdekten pas nadat we de kaartjes gekocht hadden dat er een enorme rij stond aan te schuiven! We moesten meer dan een uur wachten om dan op een overvol trammetje te zitten waar we niets konden zien van de uitzichten…
Toen we aan de Warf aankwamen, bleek dat er pas een tour voor Alcatraz beschikbaar zou zijn op 24 juli! Weer een teleurstelling! We wilden zo graag naar Alcatraz en nu konden we de rots enkel zien blinken in de baai vanop een afstand…Het zat ons niet mee de laatste dagen.
De Fishermans Warf was echter heel gezellig en we wandelden hier nog een hele tijd rond. En op de terugweg ontdekten we een Belgisch cafeetje! We dronken Grimbergen, Maredsous, Karmeliet en Brugse zot en aten mosselen met friet! Ik heb zooooo genoten, ook al was de portie mosselen zeer klein en zouden we hier in België over geklaagd hebben. 🙂
Het was al zo lang geleden dat we dit gegeten hadden dat we onze vingers erbij aflikten!

De voorlaatste dag gingen we winkelen tot grote vreugde van Joris die na een half uur al constant zeurde dat hij  ergens wou gaan zitten 🙂
Na acht maanden niet gewinkeld te hebben, liet ik me echter gaan en kocht een nieuw kleedje, een rokje en schoenen! Eindelijk eens een vrouwelijke outfit in plaats van al die onflatterende fietskleren! Ons pa kocht twee jeansbroeken en een hemd en Joris kocht ook een nieuw T-shirt.

En dan was ons pa zijn laatste dag aangebroken… We besloten om naar de mission te gaan. Dit zou een leuke wijk zijn,  maar we vonden er eigenlijk niet veel aan… Het was er vrij vuil en helemaal niet gezellig. We gingen hierom maar snel verder en zetten ons in het zonnetje in een park waar we lekker mensjes konden kijken.
Nadien gingen we naar de wijk de Haigt, een zeer gezellige winkelstraat, kocht ons pa nog enkele cd’s, aten we een laatste hamburger bij Mc Donalds en dronken we een stella in een gezellig cafeetje.

De dag nadien waren de twee weken al om! Het is voorbij gevlogen en een beetje triest brachten we ons pa naar de vlieghaven.
En het was alsof San Francisco ook treurde want na twee weken van zonneschijn, hing er gisteren opeens een dichte mist en ook vandaag is het al heel de dag mistig…
Nog vijf maanden en we zien onze familie en vrienden terug en we beginnen er toch echt naar uit te kijken!

Maar eerst moet er nog gefietst worden! Dit zal opnieuw zwaar worden na twee weken rust, maar morgen beginnen we terug met volle moed!

——————————————————————————————————————————–

 

09/07/2012:

San Diego – San Francisco

Op 6/6/12 stapten we in San Diego uit het vliegtuig en ging er weer een hele nieuwe wereld voor ons open.

De USA is dan wel een westers land, de cultuur ligt toch mijlenver af van Europa.
San Diego was een leuke stad en dankzij de website warmshowers.com hadden we een zalig bed bij Brad en Ann. Aangezien logeren in de states niets voor onze portemonnee is, zullen we in grote steden vaak van deze website gebruik maken. Het is een soort couchsurfing maar dan speciaal voor fietsers.
De rest van de tijd zullen we voornamelijk gaan kamperen.

De eerste dagen in San Diego waren erg leuk, we bleven hier een drietal dagen om de sfeer van de stad op te snuiven. Daarna stapten we na een lange tijd terug op onze fiets… De eerste kilometers deden pijn maar we kregen de smaak al snel terug te pakken.

We kwamen echter al snel een aantal fietsers tegen die ons waarschuwden om het feit dat we de verkeerde richting uitgingen… De wind zou namelijk vooral van het noorden komen waardoor we deze weer steeds pal in ons gezicht zouden hebben. Sommige fietsers gaven ons zelfs het advies om een trein naar het noorden te nemen en met de fiets terug te keren.
Koppig als we zijn, sloegen we deze raad in de wind en zetten we onze tocht verder. We hebben immers Patagonië overleefd, we zouden de westkust van de USA dan ook wel overleven!!

De eerste dagen ging het ook zeer goed en van de wind was voorlopig nog niets te merken.
In de USA zijn er campings en deze zijn zeer goed voorzien voor fietsers. Er zijn namelijk de goedkopere hiker- bikersites die speciaal vrijgehouden worden voor wandelaars en fietsers. We waren zeer content dat deze plekken bestonden, want bijna alle campings langs de Californische kust waren hopeloos volzet. Het leuke aan de hiker- bikersites is ook dat er altijd wel één of meer andere fietsers staan en je altijd leuke verhalen kunt uitwisselen.

In San Diego kregen we van ons gastgezin Brad en Ann het boek “Bicycling the Pacific Coast” van Vicky Spring en Tom Kirkendall. Dit boek is soms wel een beetje verouderd, maar geeft voor alle dagen een fietstocht aan van camping tot camping met gedetailleerde afstanden en hoogteprofielen. Alle campings die hiker-bikersites aanbieden staan ook in het boek, dus als een dagtocht te lang of te kort is, kan je nagaan waar er een andere camping te vinden is. Het is een heel handig hulpstuk voor wie de westkust van Amerika wil fietsen.
Je moet wel goed navragen hoelang je als fietser op een plaats mag staan want de meeste plekjes zijn slechts voorbehouden voor een maximum van 2 dagen.  Toen wij in Doheny state beach stonden, zagen we in ons boek dat onze volgende stop Los Angeles zou zijn. We hadden echter nog geen adres om te verblijven en besloten hierom een dag langer op de camping te staan zodat we de volgende dag naar een internetcafeetje konden gaan om een verblijf te regelen. We kregen echter te horen dat we maar één nacht op de hiker-bikersite mochten staan… De verantwoordelijke van de camping was hier heel streng op en wou absoluut geen uitzondering voor ons maken. We konden ook geen gewone kampeerplek nemen omdat alle plaatsen vol stonden…
We konden geen kant op gezien de camping na Los Angeles op een te grote afstand lag en we ook niet terug wilden rijden omdat we dan nòg verder zouden moeten fietsen om op één dag in de grootstad te geraken. Gelukkig was er een heel lief Amerikaans gezin dat ons aanbood om ons tentje mee op hun plekje te zetten. Rosa Maria, Arthur, Christopher en hun vrienden en familie gaven ons een fantastische avond compleet met Amerikaanse / Mexicaanse bbq. Om hen te bedanken hadden we Leffe voor hen gekocht die er vrij snel doorging… 🙂
De gastvrijheid van Amerikanen is echt super!

De eerste fietsdagen waren leuk en vrij plat maar waren om eerlijk te zijn nog niet zo mooi. De streek tussen San Diego en Los Angeles is erg stedelijk en het verkeer is dan ook vrij druk. Overal waren wel vrij brede bermen en op veel plekken waren er zelfs goede fietspaden. Dit maakte het fietsen wel aangenaam.
Na drie dagen kwamen we aan in de immens grote stad Los Angeles. Hier konden we opnieuw bij een warmshowergezin overnachten: Donna en Matt. Zij woonden vrij centraal aan de rand van Beverly Hills en Hollywood. Centraal is echter een groot woord in de kolos van Los Angeles… Het was nog vijftien kilometer fietsen van Venice Beach. We hadden die dag meer dan honderd kilometer gefietst, waren doodop en kwamen bij het vallen van de avond bij Donna en Matt aan.  Donna verwende ons met een heerlijke warme maaltijd waarna we als een blok in slaap vielen. De volgende dag besloten we te wandelen naar Hollywood Boulevard aangezien dit volgens onze kaart vlak achter de hoek lag… Zoals ik eerder al vermeld heb ligt in Los Angeles echter niets “vlak achter de hoek” …
Na uren wandelen kwamen we aan de Walk of Fame, we bekeken de sterren, gingen een smerig Amerikaans pintje drinken en wandelden dan van pure vermoeidheid terug naar het gastgezin. We hadden zo ver gewandeld dat onze voeten onder de bleinen zaten… Pijnlijk, pijnlijk!
De volgende dag pakten we het slimmer aan en namen we de fiets om de stad te verkennen. Echte sterren hebben we jammer genoeg wel niet gezien…

Na drie dagen in Los Angeles fietsten we verder naar het noorden. We hadden ook leuk nieuws gekregen, namelijk dat mijn vader ons in San Francisco zou komen bezoeken, dus we waren erop gebrand om zo snel mogelijk door te fietsen.
We reden de stad uit langs Venice Beach in de hoop om een glimp op te vangen van alle bodybuilders en gekke mensen waarvoor deze plaats bekendstaat, maar het was nog vroeg en vrij bewolkt waardoor er jammer genoeg nog niemand op het strand aanwezig was.
De eerste dag kwamen we voorbij de poepchique wijk Malibu waar ook veel sterren wonen, maar eerlijk gezegd vonden we ook hier niets aan. Het was helemaal niet mooi en door het drukke verkeer was het absoluut niet leuk fietsen.

Die avond kwamen we op een camping waar nog drie andere fietsers stonden. We kochten met zijn allen een aantal flessen wijn die er iets te snel doorgingen… Het werd een leuke avond (te leuk) en ‘s ochtends hadden we beide een houten kop… Vooral Joris, die ziek was, zag enorm af!
We leerden ook waarom al het eten in speciale “wasbeerproof” bakken gestoken moest worden, want één van de fietsers was, waarschijnlijk door de hoeveelheid alcohol, vergeten om haar eieren en advocado’s van de tafel te nemen. De raccoons hadden ‘s nachts een eetfestijn gehad en van het eten bleef niets meer over!

Hoe verder weg we reden van Los Angeles, hoe mooier de natuur werd. Ook het verkeer nam af en het werd terug leuk fietsen. Vooral na Santa Barbara werd het mooi, de kust werd ruiger en overal zagen we zeehonden, zeeleeuwen, zeeotters en zelfs een school dolfijnen!

Op dit stuk kwamen we ook erg veel andere fietsers tegen. De mentaliteit van de fietsers hier was echter helemaal anders dan in Zuid-Amerika: bijna niemand stopte om een praatje te slaan, de meesten wuifden enkel vluchtig en reden dan verder. Later leerden we dat de meeste mensen hier vooral voor een kortere periode fietsen van San Francisco tot LA of San Diego en zo snel mogelijk op hun bestemming willen zijn omdat ze maar een beperkte tijd hebben.

Na San Simeon State beach werd de natuur echt spectaculair. Het werd heuvelachtiger en na elke bocht of berg hadden we de meest spectaculaire uitzichten. We begonnen jammer genoeg ook te begrijpen waarom de meeste fietsers naar het zuiden fietsen… ‘s Ochtends was het meestal windstil maar na de middag stak er een harde wind op en werd het echt vechten en afzien op de fiets… Tegen de avond ging de wind dan meestal terug liggen. We besloten hierom om alle dagen extra vroeg te beginnen zodat we tegen de namiddag op onze bestemming kwamen en zo de meeste wind misten. Dit bleek een goede strategie te zijn en we konden terug genieten.

Op een gegeven moment keek ik naar de kustlijn en zag ik opeens een fontein omhoog spuiten… Ik kon het bijna niet geloven, maar toen het weer gebeurde wist ik het zeker: een walvis!! Ik was door het dolle heen en had bijna geen stem meer nadat ik de longen uit mijn lijf geroepen had naar Joris zodat hij ze ook kon zien. Prachtig!! Jammer genoeg was het beestje te ver weg om een foto van te nemen. Maar de volgende dagen zagen we er nog een stuk of drie! Mijn geluk kon al niet meer op!

We kwamen aan Big Sur en deze streek van de kust is echt fantastisch mooi. Iedereen had ons gewaarschuwd voor de hellingen omdat die hier bijzonder zwaar zouden zijn, maar we hadden er absoluut geen last van en geraakten met gemak over de bergen. Het effect van 8 maanden fietsen werd nu pas goed duidelijk! 🙂

Omdat mijn pa naar San Francisco zou komen en we onvoldoende tijd hadden om het hele stuk te fietsen besloten we tot Monterey te rijden en daar een bus en trein te nemen. Het openbaar vervoer is hier perfect uitgerust voor fietsers, vooraan op de bus zijn speciale fietsrekken voorzien en op sommige grotere bussen (zoals de onze) kunnen de fietsen in een speciaal fietsrek in de kofferruimte onder de bus geschoven worden. Op de treinen zijn twee volledige wagons speciaal voorzien voor fietsers! Hier kunnen ze in Europa nog wat van leren!

4 Responses to USA

  1. maria de ma says:

    Het einde van een mooie reis ,en een ervaaring rijker xxx
    maria de ma

  2. maria de ma says:

    juist het verslag gelezen hoop dat je fiets het nu beter doet ,geniet nog van jullie laatste maanden xxxx

  3. René says:

    René
    hallo mannen, ik ben vanaf 23/09 tot 29/09 in Freeport Texas, zijn julie toevallig in de buurt???
    Groetjes

  4. Eveline says:

    Zijn jullie toevallig van plan om NY aan te doen? 🙂 🙂

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *