Ecuador

7/3/2012

Vilcabamba – Quito

Hoi iedereen!!

Het is weer een tijd geleden dat we nog eens een verslag gepost hebben. De afgelopen weken is er erg veel gebeurd dus we hebben weer veel te vertellen!

Tot nog toe vinden we Ecuador een fantastisch land! De mensen zijn supervriendelijk, de natuur is prachtig en ook het klimaat was de afgelopen weken veel beter dan hetgeen we voordien gewend waren. 🙂

Onze eerste fietstocht op Ecuadoriaanse bodem was nochtans geen lachertje… De weg van Vilcabamba naar Loja was weliswaar zeer mooi maar we mochten al direct kennismaken met de Ecuadoriaanse wegen die wel héél erg op en neer gaan.
De weg naar Loja ging eigenlijk vooral omhoog en was al een goeie training voor hetgeen ons te wachten stond…

Loja zelf vonden we een aangename stad. We zaten in een leuke hostal en leerden daar twee andere fietsers, Koen en Paola kennen. Koen is een Belg en Paola een Peruaanse. We besloten om samen verder richting Cuenca te fietsen. Dus plots waren we met vier! 🙂

De komende dagen waren opnieuw zeer mooi, maar we mochten weer zeer veel klimmen en dalen. De eerste tocht was het vooral klimmen geblazen waardoor we uiteindelijk moesten overnachten in een leegstaand huis omdat we niet tot in het volgende dorp geraakten. 🙂

Joris was trouwens erg blij met het gezelschap van Koen en ik met dat van Paola. De jongens fietsten immers steeds sneller en het was leuk om samen met Paola af te zien op een uitputtende klim, samen te pauzeren  en te tetteren.  Joris en Koen wachtten  steeds ergens (ver weg) op ons en waren ook voortdurend met elkaar aan het tateren. Leuk om na een viertal maanden eens ander praatgezelschap te hebben, ik merkte het vooral ook aan Joris die maar bleef praten terwijl hij tegen mij toch nooit meer zoveel te zeggen had, hahaha.

De tweede dag van onze gezamelijke fietstocht kwamen we aan in het dorpje Ona. Hier was welgeteld één hostal en de eigenares vroeg een schandalig hoge prijs voor een groezelig kamertje met een vies bed en geen douche… Joris dacht toen aan de tip die we van een andere fietser gehoord hadden: overnachten bij de bomberos .  En jawel, ze lieten ons in de kazerne slapen en boden ons zelfs een douche aan! Op brandweermannen kan je toch altijd rekenen hé. 🙂

Na Ona ging het weer steil omhoog… Ik denk dat we in totaal bijna vijftig kilometer moesten klimmen, onze benen hebben het geweten, pfff…
Maar hierdoor  geraakten we dus weer niet in een dorp en moesten we weer een noodoplossing als slaapplaats zoeken. We zagen een klein huisje met een stalletje en gingen vragen of we onder de stal ons tentje konden opzetten. Dit was geen probleem, maar de stal lag wel volledig onder de koeienstront…. Gezellig, gezellig! 🙂

Na plastiek op de vloer te leggen konden we ons tentje zetten en mochten we vooral niet te veel meer bewegen want bij elke beweging kwam er een beetje van de koemest door de plastiek piepen…
Maar uiteindelijk vonden we dit nog wel grappig, weer een ervaring erbij en we maakten er nog een gezellige avond van.

Koen en Paola hadden al besloten om vanuit Cuenca een bus te nemen naar de kust om daar van het betere weer te kunnen genieten.
En na weer drie dagen door de regen, mist en slijk te moeten ploeteren besloten Joris en ik om met hen mee te gaan. Na een aantal dagen rust in de mooie stad Cuenca namen we een bus naar Guayaquil.
Dit is de tweede grootste stad van Ecuador en vrij onveilig. We besloten hier dus niet te blijven en direct een bus verder naar de kust te nemen. Maar dit was buiten het carnavalsweekend gerekend….

Carnaval is hier een vrij groot feest en mensen hebben een lang weekend vakantie en trekken massaal naar de kust…
Het busstation van Guayaquil is enorm groot en we hadden een kwartier om van de gelijkvloerse verdieping naar de derde verdieping te gaan mét fietsen en alle bagage, door een massa mensen die niet opzij wilden gaan…. Na veel gezweet en gevloek en een zak die scheurde, haalden we net op tijd onze bus!

We reden verder tot het dorp Santa Elena. Hier viel niets te beleven en de hostels bleken vrij duur. We namen dus weer onze toevlucht bij de brandweermannen.

Van zodra we van de bus stapten, maakten we kennis met het kustklimaat… Warm en verschrikkelijk vochtig! Maar we klaagden niet, want na al de koude en de regen van de afgelopen maanden waren we enorm blij met dit temperatuurverschil!

Van Santa Elena reden we naar Manglaralto. Een hele leuke weg en eindelijk terug vrij plat! Wat een verademing na al die steile bergen! En jawel, na een kwartier fietsen werden we naar goede gewoonte getrakteerd op een geweldige stortbui. Een echte wolkbreuk, maar anders dan in de bergen was de regen warm en eigenlijk heel aangenaam om door te fietsen. Al na 5 minuten was de weg veranderd in een rivier, maar gelukkig was de bui van korte duur en kwam hierna de zon weer tevoorschijn.
Overal zagen we de kust naast ons en honderden zeevogels waaronder pelikanen en fregatvogels. Prachtig!
En als we het te warm hadden, stopten we en konden we een plons nemen in de Pacifische oceaan! Alleen… erg verfrissen doet het zeewater hier niet, het is hier zowaar warm water!  Nog nooit meegemaakt, een warme zee! 🙂

Na het dorpje Manglaralto wilden we stoppen in Montanita. Dit is een erg leuk dorp: dé gringostad van Ecuador. Het dorpje bestaat enkel uit hostals, bars en restaurants. 🙂
We moesten enkel weer afrekenen met het carnavalsweekend… Geen enkele hostal had plaats en ook alle campings stonden stampvol. Zelfs het strand stond al vol met honderden tentjes!
We besloten dan maar om naar het volgende dorpje, Olon, te fietsen. Dit was zo’n vier kilometer verder en vandaar konden we makkelijk terug naar Montanita om de carnavalssfeer te gaan opsnuiven.

Carnaval in Ecuador bestaat jammer genoeg (voor Joris dan toch) niet uit parades met schaarsgeklede jongedames…. Nee  carnaval betekent water- en schuimgevechten! Je moet ogen langs alle kanten hebben want mensen in voorbijrijdende auto’s kunnen zo een emmer water over je gieten of kunnen je volspuiten met schuim! Vooral in Montanita waren ze hierin gespecialiseerd! 🙂
Joris en ik hebben ons braaf in een barretje gezet met een pintje zodat we alles goed konden observeren. Dit was een hele leuke bezigheid, vooral omdat de mensen met carnaval precies zo weinig mogelijk kleren aan het lijf willen hebben en ze hier in Ecuador blijkbaar zééér goed en veel eten… De  outfits waren niet altijd even geslaagd….

Na Olon namen we afscheid van Koen en Paola. Zij besloten om nog wat langer te blijven omdat Montanita voor hen een speciale betekenis had. Joris en ik hadden het carnavalsgebeuren wel gezien en wilden graag verder trekken.
Onze volgende halte was Puerto Lopéz, een heel leuk stadje. We kwamen aan op het einde van het carnavalsweekend waardoor bijna alle hostals nog steeds volledig vol zaten. We vonden echter een zeer leuk plekje om onze tent op te stellen in de tuin van hostal Maxima. Dit was echt een klein paradijsje met hangmatten, frisse pintjes en leuke andere reizigers.
We bleven een aantal dagen in Puerto Lopéz, dat na carnaval volledig leegliep en opeens vrij verlaten was, en vierden hier mijn verjaardag met een cocktail op het strand.

We bezochten ook Isla de la Plata, een eilandje dat ze hier het Galapagos voor de arme mensen noemen. De Galapagoseilanden zijn immers vrij duur om te bezoeken en op Isla de la Plata vindt je veel vogels die enkel op deze eilanden voorkomen.
Het werd een fantastische dag! We zagen zeer veel vogels waaronder de bluefooted en de redfooted boobies (wat een naam) en honderden fregatvogels.  En tijdens de boottocht terug zagen we fantastisch mooie zeeschildpadden (tortuga verde) en konden we snorkelen tussen de tropische vissen.
En alsof dit alles nog niet genoeg was, maakte onze kapitein tijdens de terugtocht opeens een scherpe bocht naar rechts en kwamen we in een grote school dolfijnen terecht! Fantastisch! Dit was tot hiertoe echt onze leukste uitstap!

Na een aantal dagen relaxen stapten we terug op onze fiets richting Manta. Dit is een grote en lelijke stad en hier vertrokken we na een nachtje slapen zo snel mogelijk. Ons plan was om naar het dorpje Bahia de Caraquez, kortweg Bahia, te fietsen. We wisten dat het een lange tocht zou worden maar we begonnen vol goede moed. De weg was echt wondermooi en heuvelachtig, waardoor het een plezier was om te fietsen en we goed vordering konden maken. Rond één uur hadden we al een afstand van 70 km afgelegd, nog 30 km te gaan! We stopten om een verfrissende cola te drinken en hadden een zeer leuke babbel met een Ecuadoriaan. Hij zei dat de weg naar Bahia verder licht op en neer ging….

Ik heb al zo dikwijls tegen mezelf gezegd om de plaatselijke bevolking nooit te vertrouwen als het op informatie van afstanden en bergen aankomt en toch trap ik er steeds weer in….
De laatste 30 km ging het dus 25 km omhoog! En dat onder een verzengende zon…. Joris zei nog dat het waarschijnlijk een serieuze afdaling ging zijn en tja… Het is echt onwaarschijnlijk hoe ze in Ecuador wegen aanleggen! Nog nooit zo’n steile afdaling gezien!  We moesten volle bak op onze remmen gaan staan en moesten dan ook nog zien dat we de putten in de weg zo goed mogelijk konden ontwijken….
Aangekomen in Bahia wachtte ons nog een andere verrassing: het centrum bleek nog een achttal kilometer verder te zijn, we waren echt doodop en konden geen meter meer trappen.  Na een deugddoende cola en lekkere magnum sleepten we ons terug op onze fiets om de allerlaatste kilometers naar de hostal af te leggen. Moe maar voldaan!

De volgende dag werden we allebei echter een beetje ziek wakker en Joris had zelfs koorts…
Kwam het omdat we iets fouts gegeten hadden, door de grote inspanning of door de felle zon, we weten het niet, maar we waren dus gedwongen om een aantal dagen in de hostal te blijven.

En we klaagden niet! In Bahia valt eigenlijk niets te zien, maar we verbleven in de superleuke hostal Coco Bongo. Deze hostal wordt uitgebaat door de Australische Suzy die tijdelijk hulp kreeg van het Canadese koppel Jerry en Anna. Echt supertoffe mensen. We hadden hier echt eeuwig kunnen blijven! In Bahia zijn er opnieuw veel Amerikanen en Canadezen die een vaste verblijfplaats hebben en de meesten hiervan komen geregeld naar Coco Bongo om een pintje te drinken. De sfeer was er steeds gezellig en ontspannen en we hadden altijd wel iemand om een leuke babbel mee te slaan. We vonden het helemaal niet erg dat we niet naar buiten konden en in de hostal moesten blijven! 🙂

Zo ontmoetten we de toffe Texaan Douglas die ons uitnodigde in zijn penthouse om een pintje te drinken en een pizza te eten. Het werd een supergezellige avond!
Anna knipte de volgende dag Joris zijn haar en trimde zijn baard voor slechts 3 dollar!

Na enkele dagen uitzieken vonden we het weer tijd om voort te trekken, maar niet zonder eerst een dagje van het strand te genieten. Op het strand werd Joris door enkele plaatselijke sportievelingen uitgenodigd voor een matchke voetbal. En jawel hij genoot duidelijk met volle teugen….. voor even. Na een kwartier voelde hij iets aan zijn voeten hangen dat er maar niet af wou gaan. Na een grondige inspectie bleek dit zijn vel te zijn… Hoe dit kwam is nog steeds niet duidelijk, maar met grote open wonden onder beide voeten was het bijna onmogelijk om normaal te stappen.
Het fietsen werd bij deze dus weer enkele dagen uitgesteld…

Hierna sloeg de verveling wel een beetje toe en begon de reismicrobe weer  te kriebelen waarop we besloten om verder te trekken van zodra Joris zijn voeten genezen waren. Met toch een beetje een gevoel van heimwee fietsten we verder naar het dorp Canoa. Dit was slechts 30 km verder dus we konden traag terug op gang komen. We wilden echter graag in dit dorp blijven omdat we van veel andere reizigers vernomen hadden dat het hier ook heel gezellig was. En ze hadden gelijk: Canoa is een leuke badplaats met opnieuw veel gringo’s die hier vooral komen om te surfen.

Er was echter één klein nadeel… De mevrouw van onze hostal had ons gezegd dat er de afgelopen nachten sprake was geweest van inbraken in verschillende hostals. En het moest natuurlijk weer lukken… Rond half vier ’s nachts werd ik wakker omdat er iemand stond te morrelen aan de deur van onze kamer! Ik maakte Joris wakker en we zagen effectief een schaduw van iemand onder onze deur. Toen Joris iets riep, hoorden we hem weglopen en  over het hek klimmen. De volgende dag bleek dat er in verschillende hostals ingebroken was en dat een vijftienjarige jongen was opgepakt. De tweede nacht in Canoa deed ik geen oog meer dicht…

We besloten om de kust verder af te fietsen tot het dorp Pedernales. Hier zou een monument van de evenaar staan.  Maar toen we in het dorp aankwamen, bleek dat het monument een aantal kilometers vòòr het dorp stond en dat we er dus voorbijgefietst waren zonder dat we het gezien hadden. Typisch 🙂

Pedernales zelf is echt een lelijk stadje en er is geen enkele reden om hier te blijven. We besloten van hier opnieuw naar het binnenland te gaan omdat de grensovergang naar Colombia aan de kust niet veilig is.

We zitten nu in de hoofdstad Quito en zitten duidelijk terug in het hooggebergte! Quito ligt op een hoogte van 2600 meter en is omgeven door vulkanen. We moeten de stad nog een beetje verkennen, maar op het eerste zicht lijkt het hier wel mooi.
Van hieruit moeten we nog een viertal dagen fietsen tot aan de Colombiaanse grens waar we weer een nieuwe stempel in ons paspoort zullen krijgen!

We zijn blij dat we aan een volgend land kunnen beginnen maar zijn tevens toch ook een beetje triest dat we Ecuador zullen moeten verlaten omdat het hier zo’n mooi, hartelijk en interessant land is. Maar iedereen zegt dat Colombia nog mooier is en we kunnen niet wachten om dit land zelf te gaan ontdekken!

This entry was posted in Allerlei. Bookmark the permalink.

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *