Het einde….
In ons hoofd was het einddoel van onze reis Les Escoumins, een klein dorp ten noorden van Quebec. Hier konden we logeren bij Els en Rudy, de tante en nonkel van Joris en ook de ouders van Joris kwamen ons hier bezoeken.
Door enkele technische problemen met de achterrem en een slechte fietsmecanicien, waren we echter genoodzaakt om het laatste stuk van Quebec naar Les Escoumins met een huurauto af te leggen. Een grote domper op de feestvreugde uiteraard, maar het belette ons niet om volop te genieten van de prachtige streek en de goede zorgen van onze familie. Zo werden we overvloedig getrakteerd op lekker eten (Els en Rudy baten in Les Escoumins een Belgisch restaurant en chocolatier uit) en maakten we uitstapjes naar de naburige bossen, gingen walvissen spotten vanuit een rubberboot en bezochten vrienden die iets verderop wonen in Baie-Comeau.
Ondertussen bleef de Canadese fietsenmaker uit Quebec verder prutsen aan mijn achterrem. Na 10 dagen zou die volledig vervangen zijn, maar dit werden al snel 2 weken en we werden dan ook al een beetje ongerust dat het probleem erger zou zijn als verwacht.
Toen we gingen kijken, bleek echter dat het probleem helemaal niet zo groot was en met een paar aanwijzingen van Joris kon de fietsenmaker in minder dan een uur alsnog de rem vervangen. Het werd wel een V-brake ipv een Magura, maar we konden alvast verder en bij Santos hadden ze al beloofd er in Nederland alsnog een nieuwe Magura op te zetten.
Aangezien onze vrienden uit België ons wilden bezoeken in New York, verlegden we ons eindpunt van Quebec naar New York. Dit gaf ons ook de gelegenheid om onderweg even langs Boston te rijden en Debby te bezoeken die ik op mijn vorige fietsreis door Azië had leren kennen.
Het fietsen viel ons echter enorm zwaar. In ons hoofd hadden we ons doel al bereikt en na 2 weken, bij Els en Rudy, in de hemel te hebben gelogeerd was de overgang naar het echte leven op de fiets moeilijk te verteren. Daarbij kwam nog dat het naar goede gewoonte elke dag van ’s morgens tot ’s avonds bleef regenen.
Opgeven was uiteraard geen optie (al moeten we toegeven dat de gedachte hieraan af en toe wel door ons hoofd schoot) en dus reden we, via lange rechte fietspaden, verder richting VS.
Aan de grens begroette de douanier ons met de woorden “Wow, you guys look terrible! Where did you cycle from, and especially: Why?!”. Volledig doorweekt, koud en ongelooflijk moe deden we ons verhaal en vroegen hem naar het dichtstbijzijnde motel.
“ Well, it’s 4 miles in the wrong direction, but it’s the best you can find. You just go right at the next stopsign and then over a big hill….., well it’s a huge hill…., well it’s 4 miles very steep uphill and the lodge is on top of it…. But it’s really good and after your trip you’ll make it…”. Aangezien we geen andere keuze hadden en we echt uitkeken naar een warme douche en een bed, besloten we het advies van de douanier te volgen. Hij beloofde ons even naar de lodge te bellen om een betere prijs voor ons te onderhandelen en liet ons dan snel vertrekken.
Na 20m hoorde we de douanier plots nog even roepen. Hij was vergeten te vragen of we wapens of drugs bij hadden, maar toen we hier negatief op antwoordden, mochten we zonder verdere controle verder rijden.
In Jacksons lodge werden we heel vriendelijk ontvangen door Gloria, de eigenares van de lodge. We kregen thee en na een kort gesprek met Gloria kregen we een cabine aangeboden voor 12$ per nacht ipv 185$.
Op vraag van Gloria en haar man bleven we ook de volgende dag. Ze vonden het voor ons een must om het nabijgelegen (slechts 45minuten rijden met de auto) mountainbikeparcours van Burke te verkennen. We werden met de auto gebracht, het toegangsgeld (30$) werd voor ons betaald en ’s avonds werden we mooi terug opgepikt en naar de lodge gebracht. Wat een mooie dag!
De volgende dag reden we via New Hampshire en Massachusetts richting Boston. De wegen werden mooier en de prachtige herfstkleuren, in combinatie met de rondomliggende bergen maakten dat we terug iets meer begonnen te genieten van het fietsen. Toen we de White Mountains bereikten logeerden we bij Bob en Sue in hun prachtige villa. Het werd een heel gezellige avond en ’s morgens werden we getrakteerd op het bezoek van een beer die vlak voor het raam door de tuin liep.
Helaas verlieten we de volgende dag al snel dit prachtige gebied en hoe dichter we bij Boston kwamen, hoe drukker de wegen werden en hoe minder mooi het landschap.
Gelukkige vonden we vlak voor Boston een mooi fietspad dat ons tot in het centrum van Boston bracht en vervolgens ook nog eens een heel eind richting het huis van Debby en haar man Dave.
Boston is een mooie stad en we bleven hier toch enkele dagen logeren. Debby en Dave ontvingen ons met open armen, gaven ons een rondleiding door Boston en namen ons mee naar hun vrienden met wie we appels gingen plukken op de lokale fruitboerderij. We kochten een plastiek zak en mochten deze volledig vullen met de appels die we zelf van de bomen trokken. Hierdoor kregen wij (en honderden anderen) goedkoper appels en de boer had veel minder kosten, aangezien het plukken voor hem werd gedaan…. Achteraf bereidden we met onze appels een heerlijke maaltijd en het werd dan ook een heel gezellige avond.
En toen, na nog een weekje fietsen uiteraard, kwamen we aan in New York. Onze vrienden Owen, Steven en Eveline waren aanwezig om ons op te vangen en samen de laatste week van onze reis te vieren. Op het einde van iets moois hoort steevast een apotheose te komen en het beloofde een prachtweek te worden. Helaas dachten de weergoden net hetzelfde en trakteerden ze ons, bij wijze van afscheid, nog even op een mooie orkaan genaamd Sandy.
Onze week brachten we grotendeels door in de hotelkamer, maar gelukkig hadden we goed gezelschap en konden we de laatste dagen alsnog een deeltje van New York zien, zoals weinigen het al gezien hebben, namelijk grotendeels zonder licht.
En toen reden we naar de vlieghaven….
We hadden nu ook het officiële einde van onze reis gehaald en dat ging gepaard met heel dubbele gevoelens. Uiteraard was er de vreugde dat we het gehaald hadden en dat we nu snel al onze vrienden en familie zouden terugzien. Maar tegelijkertijd betekende dit het einde van een prachtige reis die, ondanks het slechte weer, toch een blijvende indruk heeft nagelaten…..
En nu: Sparen voor de volgende reis?