San Pedro de Atacama was echt super. Buiten onze uitstapjes naar de Geisers en het zoutmeer bleken ook de volgende dagen in dit dorp boordevol avontuur.
Samen met enkele vrienden vanop de camping beleefden we een gezellige avond aan een kampvuur. Onze Chileense vrienden zorgden voor de gezellige sfeer met live muziek en anderen zorgden ervoor dat het vuur niet uitging. Dit, in combinatie met een lekker pintje, maakte het super gezellig, tot er plots 50m verder een volledige boom in brand stond.
Al snel verscheen de brandweer vergezeld van de politie en moesten we gaan lopen. Ook al hadden we met die brand niets te maken, met de politie wilden we nog minder te maken hebben…
Gelukkig geraakte uiteindelijk iedereen veilig terug op de camping, al hield Kelly er wel enkele schrammen en schaafwonden aan over.
De volgende dag werd er nog even over nagepraat, maar al snel moesten we ons klaar maken voor het oudjaarsfeestje.
Dit feestje begon voor ons om 19u, met het hoogtepunt van de avond. Via skype belden we met onze vrienden van den atletiek die bij Steven een feestje hadden georganiseerd. Super tof om hen nog eens te zien en te spreken en om samen af te tellen naar nieuwjaar (bij ons was het toen 20u). Ook spraken we nog andere vrienden en familie aan de telefoon, wat toch deugd deed na zo’n tijdje in het buitenland te zijn.
Hierna maakten we ons klaar voor ons feestje. Dit begon met een BBQ, om daarna voort te feesten in de woestijn. Van vuurwerk was er geen sprake, maar onderweg naar de woestijn bleven we hangen in een bar waar het feest volledig losgebarsten was. De woestijn hebben we dus niet gehaald, maar het feestje mocht er zijn. Om 4u30 gingen we terug naar de camping. Het was zeker een geslaagd oudjaar, maar toch moeten we toegeven dat we onze vrienden ook wel enorm gemist hebben!
Na nog een heel rustige dag in San pedro (zou het feestje daar iets mee te maken hebben gehad?), vertrokken we naar Bolivië.
Naar Bolivië hadden we heel erg uitgekeken. Vanaf hier begon voor ons het echte Zuid-Amerika. Chili en Argentinië waren ook schitterend, maar toch nog relatief ‘westers’ in onze ogen.
De weg ernaartoe begon met heel lang aanschuiven aan de grenspost van Chili. Toen we hier eindelijk voorbij waren, begonnen we aan de 40km naar Bolivië. De weg was dan wel geasfalteerd, maar steeg van 2500m naar 4600m. Het was een heel zware rit, die begon in 45° C en eindigde in 5°C. Boven kregen we enorm veel last van hoofdpijn, ten gevolge van de grote hoogte. De Boliviaanse douanier gaf ons hierom prompt een zak Cocabladeren om op te kauwen. Dit hielp slechts een klein beetje en we bleven dan ook een dag langer in de Refugio net voorbij de grens, om ons aan te passen aan de hoogte.
In de refugio kwamen we nog 2 fietsers tegen die net van de Altiplano kwamen en ons vertelden dat ze nooit regen hadden gehad, ondanks het regenseizoen. Wij hoopten uiteraard dat wij van hetzelfde geluk mochten genieten, maar zoals jullie al lazen in onze vorige verslagen, zou dit in ons geval wel een hele ommekeer betekenen…
De fietsers vertrokken verder richting Chili en 5 minuten later begon het te regenen. De regen veranderde in een sneeuwstorm en even later was alles wit.
Gelukkig was het de volgende dag iets warmer en smolt de sneeuw snel, waardoor we besloten te vertrekken.
In de voormiddag was het prachtig weer en genoten we met volle teugen van de ongelooflijk mooie omgeving. Hoewel de wegen hier niet meer zijn dan bandensporen van 4×4 wagens en het dus moeilijk is om sneller dan 9km/u te fietsen, was het een plezier op de fiets. Dikwijls leidden de sporen ons wel enkel naar uitkijkpunten en moesten we steeds opnieuw zoeken naar de juiste ‘weg’, maar na enkele keren vragen aan voorbij rijdende chauffeurs, wisten we de juiste richting te houden.
Na de middag hoorden we de eerste donderslagen en al snel zagen we het onweer dichterbij komen. Overal zagen we bliksemschichten tot op de grond neerdalen, bijna onmiddellijk gevolgd door een hevige donderslag. Aangezien er op de Altiplano nergens een plaats is om te schuilen, besloten we zo snel mogelijk te fietsen om voor het onweer te blijven.
Gezien we nu reeds op 4700m hoogte zaten, we nog steeds veel last hadden van de hoogteziekte en de weg van slechte kwaliteit was, was dit trappen voor ons leven tegen 7km/u. Gelukkig bleek dit net snel genoeg en zagen we de bliksems neerkomen op de weg achter ons. De lucht was zo elektrisch geladen dat ons haar letterlijk recht omhoog stond. Een grappig gezicht (vooral bij Kelly, die plots groter was als mij), maar vooral heel gevaarlijk aangezien wij het hoogste punt op de vlakte waren…
Gelukkig kwamen er plots 2 jeeps voorbij die onze fietsen op hun dak konden leggen en ons meenamen naar het volgende dorpje waar we binnen konden slapen. De jeeps bleken een toeristische toer te doen over de altiplano en we leerden hier enkele toffe mensen kennen die veel geld hadden betaald voor deze toer. ‘s Avonds mochten we mee genieten van hun heerlijk avondeten en ook de volgende morgen en middag werden we getrakteerd op super lekker eten. Aangezien er ‘s nachts meer dan 20cm sneeuw was gevallen, was het onmogelijk om ons op de altiplano te oriënteren, zeker omdat de sporen, die ze hier wegen noemen, nu niet meer te zien waren. We waren dan ook heel blij dat we plots onverwacht in een jeeptoer zaten en dat we veilig in Uyuni zijn geraakt. We gaven de chauffeur nog snel al ons geld dat we op zak hadden (14€) en boekten een hostal.
Uyuni is vooral bekend om zijn enorme zoutvlakte, die we in normale omstandigheden wilden overfietsen. Echter door de vele neerslag, was deze zoutvlakte nu volledig ondergelopen, waardoor we enkel een klein stukje konden zien door er een met een jeep naartoe te rijden. Dit bleek nog steeds indrukwekkend, maar we waren toch ook wel wat triestig dat we dit, net als de rest van Bolivië, niet vanop de fiets konden zien.
Ook de volgende dagen waren we genoodzaakt om, omwille van overstromingen, modderstromen en stormen, de bus te nemen.
We besloten dan ook met veel spijt in ons hart om snel via La Paz naar Copacobana aan het Titicacameer te rijden en vandaar terug te beginnen fietsen richting Peru. De tijd die we hier mee uitspaarden hopen we in Centraal Amerika te fietsen.
Vanuit Copacobana bezochten we nog Isla del Sol, waar zich oude Inca-ruïnes bevinden. De Ruïnes stelden dan wel niet veel voor, de wandeling over het eiland was zeker wel de moeite waard.
Nu zijn we ondertussen in Puno, Peru aan de andere kant van het Titicacameer. De weg er naartoe was druk en saai, maar de mensen tot nu toe heel vriendelijk, wat veel goed maakt. In Puno blijven we enkele dagen, aangezien Kelly een beetje ziek is, en daarna rijden we verder door richting Cusco en Machu Pichu….
Tot binnenkort!